Gebruiksadvies

De meetplaats kiezen:

• kies altijd een goed doorbloede plaats die het detectorvenster van de sensor volledig bedekt
• de plaats moet vrij van verontreiniging en droog zijn voordat u de sensor aanbrengt
• het verdient de voorkeur de sensor op de voet aan te brengen
• u kunt ook de palm en de rug van de hand gebruiken

De sensor op de patiënt aanbrengen:

• open het zakje en neem de sensor eruit
• verwijder de strip van de sensor, indien aanwezig
• bij gevoelige huidtypen kan de kleefkracht worden verminderd of opgeheven door de kleefvlakken vochtig te maken met een wattenstaafje of met gaas
• richt de sensorkabel zo dat deze van de patiënt vandaan of langs de zool van de voet loopt
• breng de detector om het gedeelte van de voetzool aan zodat de zijkant vlezig uitziet en lijn het geheel uit met de vierde teen
• de detector kan ook aan de bovenkant van de voet worden aangebracht
• nauwkeurige gegevens worden alleen verkregen als het detectorvenster volledig is bedekt
• wikkel de kleef-/schuimstrook om de voet en zorg ervoor dat het zendervenster (rode ster) pal boven de detector zit
• zorg ervoor dat de detector en zendervenster goed uitgelijnd blijven terwijl u de kleefstrook vastmaakt om de sensor vast te zetten
• controleer of de sensor correct is geplaatst en verplaats deze eventueel

De sensor aan de patiëntenkabel bevestigen:

• plaats de sensorconnector in de juiste richting en breng de sensorconnector volledig aan in de connector van de patiëntenkabel
• sluit het beschermdeksel volledig

De sensor van de patiëntenkabel loskoppelen:

• licht het deksel op om bij de sensorconnector te komen
• trek flink aan de sensorconnector om deze uit de patiëntenbakel te verwijderen