Continentiezorg bij ouderen

Tips uit het veld

Zoeken naar de juiste producten bij ouderen

Functioneringsgericht voorschrijven kan een hele grote uitdaging vormen bij ouderen. Als zorgprofessional kun je nóg zoveel kennis hebben, wat doe je als een cliënt niet meer leerbaar is? En wanneer het assortiment om uit te kiezen smaller wordt onder druk van de zorgverzekeraar? Gea Willems en Diana Roodbol- van Dijk werken als UCS-verpleegkundigen bij respectievelijk Vérian en Internos. “Het kost soms veel tijd en moeite om continentiemateriaal te vinden dat op dat moment voor die patiënt héél belangrijk is.” 

Medewerkers van thuiszorgbedrijven hebben dagelijks te maken met oudere cliënten, waaronder een groep dementerende mensen met incontinentie. “Een diagnose stellen is al lastig bij deze groep”, vindt Diana. “Patiënten zeggen vaak zelf alles onder controle te hebben. Wij als verwijzers zijn daarin afhankelijk van de informatie die de mantelzorger kan geven. Wanneer we vervolgens materiaal bestellen moet het niet alleen effectief zijn, maar ook iets wat zij als ondergoed herkennen. Inleggers eindigen vaak in het toilet, in de wasmand of zelfs buiten in het plantsoen. Dames leggen nog wel een link met maandverband, maar mannen met dementie kunnen hier echt niet mee uit de voeten.”

Herkenbaar voor dementerenden

Dus schrijven de verwijzers vaak een incontinentiebroekje voor, ook wel pants genoemd. “Dementerenden zijn niet meer leerbaar”, legt Gea uit. “Hoe verder het proces van dementie is gevorderd, hoe belangrijker het is dat producten herkenbaar zijn vanuit hun verleden. Producten moeten aanvoelen als ondergoed. Zo had ik laatst een meneer die altijd donkerblauw ondergoed heeft gedragen. Dan zoek ik als voorschrijver naar een oplossing in die kleur.”

Een ander voorbeeld betrof een dementerende, relatief jonge vrouw die voorheen manager was bij een cosmeticafabrikant. “Zij droeg in die tijd dagelijks mooie lingerie en was altijd piekfijn opgemaakt, hoorden we van haar moeder. Wij kwamen daar als zorgverleners aan met een broekje dat niet in de smaak viel. Toen duidelijk werd dat ze dat aan moest trekken werd zij agressief en begon met kleding te slaan. We moesten haar bijna sederen om zorg te kunnen verlenen. Uiteindelijk heb ik een roze broekje gevonden. Dat maakte haar blij. Het sloot aan bij haar gevoel.”
 

Verbanden stapelen 

Gebrek aan leerbaarheid is niet alleen bij dementerende mensen een aandachtspunt. Ook ouderen zonder deze diagnose kunnen soms koppig zijn in verkeerd gebruik van materiaal. Zo komt het stapelen van verbanden zeer regelmatig voor. Het concept klinkt eigenlijk best logisch voor wie niet beter weet: als de incontinentie toeneemt, leg je gewoon een extra absorberend verbandje in. Dat dit niet effectief is, valt door patiënten soms moeilijk te aanvaarden. Zeker wanneer het wijkteam niet vroegtijdig corrigeert omdat zij zelf ook onvoldoende zijn geïnstrueerd. “Daar ligt een taak voor ons als gespecialiseerd verpleegkundigen”, vindt Gea.

Voor cliënten die het lastig vinden maakt zij het graag zichtbaar. “Wanneer je twee verbanden op elkaar legt en er een kannetje water overheen giet, zie je dat het er gewoon langs de zijkanten af stroomt. Het onderste verband krijgt niet eens de gelegenheid om vocht op te nemen. Aantonen is effectiever dan vertellen hoe het zit”, is haar ervaring. Toch zijn er dan nog steeds cliënten die het niet accepteren. Dan kan Gea overtuigend zijn door te wijzen op de onderlinge samenwerkingsrelatie met de cliënt, zoekend naar de meest passende oplossing, waarop ook de vergoeding door de zorgverzekeraar is gebaseerd. “Dan komen we er vaak alsnog uit”, is haar ervaring.

Condoomkatheters. Wel of niet?

Voor de mannen schrijven beide UCS-verpleegkundigen wel eens condoomkatheters voor. Diana: “Het is een mooi product, maar het vereist wel overtuigingskracht om het gebruik ervan vol te houden. Vaak beginnen mannen enthousiast, maar vormt het dragen van een beenzak toch een belemmering. Wanneer onze collega’s van de wijkverpleging de katheter moeten aanbrengen geeft dat ook wel uitdagingen. Niet iedereen is hier even bedreven in of heeft moeite met het intieme karakter van de handeling. De beste resultaten in het gebruik zien we bij mensen met een dwarslaesie die in het revalidatiecentrum een condoomkatheter kregen aangemeten. Voor hen is het een goede oplossing. Ook in het terminale stadium passen we ze met succes toe.” 
 

Oog voor fecale incontinentie

Wanneer we beide voorschrijvers vragen naar wat meer aandacht verdient in de ouderenzorg zijn zij eensgezind: op gebied van fecale incontinentie valt nog veel te winnen. “Bij incontinentie van ontlasting is nog meer schaamte dan bij urine-incontinentie”, legt Diana uit. “Mensen lopen te ‘rommelen’, vaak met veel extra werk voor degene die het huishouden doet. Patiënten hebben zo hun eigen ‘oplossingen’ verzonnen, zoals standaard velletjes wc-papier tussen de billen houden. Dat is schrijnend. Het resultaat van gebrekkige verzorging is vaak een kapotte huid.” 

Zij adviseert collega’s in de wijk om regelmatig ook eens ‘de achterkant’ te controleren. Bijvoorbeeld door het ondergoed te checken op vegen of door eens het toilet te inspecteren. “Wanneer je hierbij onregelmatigheden opmerkt kun je aan de bel trekken of de nodige informatie verstrekken. Vervolgens is het handig om washandjes in de toiletruimte te leggen, evenals barrièrecrème en een afvalbakje. Als de fecale incontinentie heel erg is kun je met de huisarts overleggen of Microlax een goede optie is. Mensen blijven dan de rest van de dag vaak wat schoner.”

Strijd om vergoedingen

Gea kaart het aandachtspunt vergoedingen aan, in eerste instantie in relatie tot fecale incontinentie. “De beperkte vergoeding vereist zorgvuldigheid. Laatst zag ik een patiënt die vanwege een waslijst aan medische problemen zijn ontlasting niet meer op kan houden. Hij kreeg per dag drie verbanden vergoed, maar daar red hij het niet mee. Bij fecale incontinentie ga ik ervanuit dat een patiënt echt niet vaker verschoont dan noodzakelijk. Zij denken soms: ‘ach, hij kan nog wel een keer in’, terwijl er al sporen zijn van anaal vochtverlies. Met name bij vrouwen vind ik dat een slecht idee, want de kans op urineweginfectie is dan veel groter.”

Maar de strijd om vergoeding door de zorgverzekeraar speelt ook bij condoomkatheters een rol. Gea: “Mannen krijgen één condoomkatheter per dag vergoed. In de ochtend hebben zij echter een ander formaat penis dan ’s avonds. Het feit dat op de verpakking staat dat de katheter tot 24 uur mag blijven zitten pakt in dit geval verkeerd uit. De zorgverzekeraar gebruikt dat als richtlijn voor de vergoeding.” Dat geldt overigens niet alleen bij condoomkatheters, maar ook bij absorberende verbanden. “De zorgverzekeraar rekent uit hoelang je ermee kunt doen bij wat een mens normaal per dag drinkt. De maximale opnamecapaciteit op de verpakking wordt berekend onder ideale omstandigheden die zelden voorkomen,” weet de UCS-verpleegkundige echter uit ervaring. Haar conclusie is dan ook stellig: “Fabrikanten zouden kunnen overwegen om de opnamecapaciteit van producten aan te passen naar de realiteit en niet vanuit een ideale situatie.”

Kortom: Het effectief voorschrijven van de juiste continentiematerialen bij ouderen vereist de nodige specifieke kennis. En dan nog is de situatie onderhevig aan tal van factoren die door de jaren heen kunnen veranderen, zo blijkt uit de ervaring van Gea en Diana.

Zou u van gedachten willen wisselen over oplossingen die werken voor uw cliënt? Neem dan contact op met één van de gespecialiseerd verpleegkundigen van Mediq via onze zorgadvieslijnen of het contactformulier op de website.

Diana Roodbol - van Dijk, UCS verpleegkundige Internos Thuiszorg

Diana Roodbol - van Dijk 

UCS-verpleegkundige Internos Thuiszorg

Gea Willems, UCS verpleegkundige Verian Thuiszorg

Gea Willems 

UCS-verpleegkundige Vérian Thuiszorg