Accu-Chek Mobile, glucose controlevloeistof; voor de functiecontrole van de Accu-Chek Mobile bloedglucosemeter.
Toepassen:
- bij het plaatsen van een nieuwe testcassette in de meter
- bij het vervangen van de batterijen
- als de cassette en de binnenkant van de meter is schoongemaakt
- bij twijfels over een meetresultaat
Adviezen:
- de oplossing in de penseelflesjes is uitsluitend bedoeld voor éénmalig gebruik
- gebruik uitsluitend controleoplossingen, waarvan de vervaldatum niet is overschreden, met vervallen controleoplossingen kunnen onjuiste meetwaarden worden verkregen, de vervaldatum is aan
de onderkant van het flesje naast het symbool en op de kartonnen verpakking af te lezen - bewaar de controleoplossing bij temperaturen tussen +2 en +30 °C, controleoplossingen, die buiten dit temperatuurbereik worden bewaard, kunnen voor het einde van de vervaldatum vervallen zijn
- controleoplossingen moeten tijdens het uitvoeren van een meting op omgevingstemperatuur zijn, als de controleoplossingen in de koelkast worden bewaard, moet u deze eerst op omgevingstemperatuur laten komen, voordat u een functiecontrolemeting uitvoert, met koude controleoplossingen kunnen onjuiste meetwaarden worden verkregen
- breng de controleoplossing direct, nadat u het flesje heeft geopend, op het testveld op, als het flesje reeds langere tijd geopend is geweest, dan kan met de controleoplossing een te hoge meetwaarde worden verkregen
- bevochtig een geheel of gedeeltelijk opgedroogd penseeltje niet nogmaals, met de controleoplossing kan dan een te hoge meetwaarde worden verkregen
De meetwaarde van een functiecontrole moet binnen het controlewaardenbereik liggen, dat door de meter wordt aangegeven. Dit controlewaardenbereik staat ook vermeld op de kartonnen verpakking van de testcassette. Het controlewaardenbereik geeft de toegestane meetwaarden van een functiecontrole weer en wordt voor iedere geproduceerde charge (lot) testcassettes (charge van testcassette) bepaald.