
Haal het beste uit uw sensor
Een glucosesensor kan u helpen om het leven met diabetes een beetje makkelijker te maken. U maakt nu al wat langer gebruik van een sensor en raakt er langzaam aan gewend. Nu kunt u gaan kijken hoe u de sensor nog beter in kunt gaan zetten in uw dagelijks leven. Waar moet u nu allemaal op letten en hoe werkt u aan uw doelen? Deze informatie kan u hierbij helpen.

Uw persoonlijke diabetesteam
Zelf heeft u een hele belangrijke rol in het leren omgaan met uw diabetes. Maar u hoeft dit gelukkig niet alleen te doen. Uw behandelend arts en verpleegkundigen, diverse gadgets en eventueel een hybrid-closed-loopsysteem zijn allemaal onderdeel van uw eigen persoonlijke diabetesteam. Het is belangrijk om deze hulp optimaal in te zetten.

Waarden interpreteren en regulatie verbeteren
U heeft uw glucosesensor geïnstalleerd, de alarmen en streefwaarden ingevoerd en kent de basisfuncties van uw sensor. Nu kunt u met behulp van uw sensor stap voor stap uw diabetesinstelling gaan verbeteren. Wat kunt u nou met alle data die u krijgt uit uw glucosesensor en wat helpt het u in het dagelijks leven?
Problemen oplossen met een sensor
Vertrouwt u de uitslagen van uw glucosesensor niet, controleer dan of de waarde overeenkomt met de glucosewaarde verkregen door een vingerprik. Lopen de waarden uiteen, kijk dan of uw glucosesensor nog juist is bevestigd. Verschillen in de waarden kunnen ook ontstaan door de vertraging die er is tussen de sensorwaarde en de vingerprik. Zeker in perioden waarin de glucosewaarde schommelt (bijvoorbeeld na het eten, bewegen of insulinetoediening). De waarde van de vingerprik is altijd leidend voor uw beslissingen. Blijven de glucosewaarden van uw sensor en bloedglucosemeter uiteenlopen, verwijder dan de sensor en plaats een nieuwe. Blijft het probleem zich voordoen, neem dan contact op met de fabrikant van uw glucosesensor.
Wij hebben de belangrijkste vragen en antwoorden voor u verzameld op onze Veelgestelde vragenpagina.