Cultuursensitief werken in de zorgsector

portretfoto lachende man
Long read

Interview: Expert Mamoun Loukili, coach op het gebied diversiteit en inclusie over cultuursensitief werken

De Nederlandse bevolking is diverser dan ooit. Zorgprofessionals komen steeds vaker culturele dilemma’s tegen, en cultuursensitief werken staat steeds hoger op de agenda. Mamoun Loukili is coach op het gebied van diversiteit en inclusie en lid van de Adviesgroep Interculturele Vraagstukken bij Stichting Aimon.

In dit verdiepende interview vragen we Mamoun naar zijn visie op cultuursensitieve zorg en de rol van zorgprofessionals.

Voordat we de inhoud induiken: hoe is het met je? En hoe gaat het met je ouders?

Mooi, de bal terugkaatsen! Met mijn moeder gaat het goed, al heeft ze het een beetje koud in Nederland. Morgen geef ik een training in de wijk waar ze woont, en daarna ga ik met haar een kopje koffie drinken.

Dat is fijn om te horen. Zorgprofessionals hebben de neiging om direct de inhoud in te duiken wanneer ze een patiënt spreken. Dit komt natuurlijk ook door de tijdsdruk die zij ervaren. Je zegt dat deze benadering niet voor iedereen werkt. Kun je dat uitleggen?

Ja, "zonder contact, geen contract." Als je echt een verbinding wilt maken met een patiënt, moet je eerst contact maken. Zonder dat contact is er geen vertrouwen, en dan komt niet alles op tafel.

Een patiënt komt niet zomaar bij jou als zorgprofessional. Er moet vaak een intieme of zelfs pijnlijke klacht besproken worden. Het helpt dus niet alleen de patiënt, maar ook de zorgprofessional als deze weet wie hij of zij tegenover zich heeft: wat is de achtergrond van deze patiënt? Aansluiting vinden is cruciaal om de werkelijke hulpvraag boven tafel te krijgen. Het is daarom essentieel om in de beginfase te investeren in de relatie.

Kun je uitleggen wat cultuursensitieve zorg voor jou inhoudt?

Voor mij betekent cultuursensitieve zorg het bieden van zorg die goed aansluit bij de patiënt, rekening houdend met diens achtergrond, cultuur, religie en persoonlijke geschiedenis. Iedereen neemt zijn of haar eigen verleden mee, ook naar de wachtkamer.

'Wat zijn de maatschappelijke verhoudingen? Hoe staat de patiënt tegenover bepaalde thema’s?' Als je als zorgprofessional daarop kunt aansluiten door nieuwsgierig te zijn en je bewust te zijn van je eigen referentiekader, bereik je veel meer.

Het belangrijkste is dat zorgprofessionals zich realiseren dat zij geen lopende band-medewerkers zijn die slechts standaardprocedures volgen. Tegenover hen zitten unieke, diverse mensen met eigen referentiekaders. Jij als zorgprofessional hebt óók een referentiekader. Hoe kun je deze twee kaders, culturen en persoonlijkheden met elkaar verbinden? Dát is cultuursensitiviteit.

Ah! Het referentiekader. Wat is een persoonlijk referentiekader en hoe bepaalt het de omgang met patiënten?

Iedereen heeft een eigen referentiekader, maar je kunt dit niet één-op-één toepassen op de patiënt.

Een referentiekader is een verzameling waarden, normen, ervaringen en aannames die we gebruiken om de wereld om ons heen te begrijpen. Het beïnvloedt hoe we informatie waarnemen, communiceren en beslissingen nemen.

Het gaat erom dat je nieuwsgierig bent naar de persoon tegenover je. Deze persoon heeft ook een referentiekader dat wellicht anders is dan het jouwe. Als je hier oog voor hebt, raak je de cultuursensitieve kant van de persoon.

Wat is de relatie tussen het referentiekader en verschillende culturen?

Elke cultuur heeft een eigen referentiekader. Hoe dat eruitziet, hangt af van factoren zoals demografie, opvoeding, religie en meer. Er is bijvoorbeeld een groot verschil tussen ik-culturen (zoals de Nederlandse) en wij-culturen (zoals in veel islamitische gemeenschappen). Binnen deze culturen ligt de nadruk op verschillende waarden. In de Nederlandse ik-cultuur is openheid erg belangrijk, terwijl in een wij-cultuur intimiteit een grotere rol speelt. Zie dat maar eens samen te brengen!

Intimiteit speelt in veel culturen een grote rol. Hoe kun je die culturele verschillen in zorgsituaties effectief overbruggen?

Een voorbeeld uit mijn eigen leven:

Ik was met mijn moeder in een ziekenhuis in Utrecht. Mijn moeder spreekt geen Nederlands, dus ik was erbij als zoon én als tolk. De arts vroeg aan mijn moeder of hij haar mocht onderzoeken – logisch natuurlijk. Maar dat onderzoek betekende dat ze haar kleding moest uittrekken. In de Nederlandse cultuur is het vanzelfsprekend dat een zoon bij zo’n onderzoek aanwezig is. In onze cultuur, waarin intimiteit een grote rol speelt, was dat echter even slikken. Zoons zien hun moeder eigenlijk nooit in hun ondergoed. Dus je kunt je voorstellen dat zowel mijn moeder als ik spanning voelden.

In onze cultuur, waarin intimiteit een grote rol speelt, was dat echter even slikken. Zoons zien hun moeder eigenlijk nooit in hun ondergoed.
Ik besloot mezelf kwetsbaar op te stellen. Ik gaf aan dat ik de situatie lastig vond en legde uit waarom. Ik vroeg de arts of we hier iets mee konden doen.

Het mooie was dat de arts hier goed op reageerde. Hij begreep het en stelde voor om het gordijn te sluiten, zodat ik voor het gordijn kon plaatsnemen en alsnog met en voor mijn moeder kon vertalen. Zo vonden we eenvoudig een oplossing die voor iedereen prettig voelde. Dit laat zien hoe belangrijk het is om open te staan voor andere referentiekaders en niet vast te houden aan alleen dat van jezelf.

Zorgprofessionals lopen tegen diverse dilemma’s aan, met name in de palliatieve zorg. Hoe zie jij de rol van culturele mediatoren hierin?

Het inzetten van culturele mediatoren kan een waardevolle oplossing zijn. Dit zijn bemiddelaars met een gedeelde culturele achtergrond. Vooral bij kwesties die te maken hebben met religie of medische ethiek, zoals je voorbeeld van ouders die hun stervende kind geen pijnmedicatie willen geven, kan dit helpen.

In de zorg worden vaak besluiten genomen op basis van aannames – zowel door de patiënt als door de zorgprofessional. Dit kan tot misverstanden en suboptimale zorg leiden. Een geestelijk verzorger of intermediair kan helpen om een beslissing te nemen op basis van feiten in plaats van aannames.

Daarnaast kan een tussenpersoon de druk op familieleden verlichten. Kinderen worden bijvoorbeeld regelmatig ingezet als vertalers bij medische kwesties, terwijl zij niet altijd alles wíllen of kúnnen vertalen vanwege ethische dilemma’s.

Je hoort vaak over de kloof tussen zorgaanbieders en patiënten. Wat kunnen zorgorganisaties doen om die te overbruggen?

De kloof is kleiner geworden, maar er is nog werk te doen. Zorgorganisaties moeten goed kijken naar hun doelgroep en zich afvragen: wie zit er tegenover mij? Wat zijn de specifieke behoeften van deze patiënt? Wees als organisatie nieuwsgierig en stem je benadering af op de doelgroep.

Maar met de hoge werkdruk kan ik me voorstellen dat zorgprofessionals niet altijd de ruimte voelen om dit te doen.

Dat is kortetermijndenken. Onder bi-culturele doelgroepen zien we een hoog medicijngebruik en veel psychosociale en psychosomatische klachten. Dit leidt tot ‘draaideurpatiënten.’

Gebruik die ‘weerstand’ als reflectie op je eigen handelen. Misschien is een verwijzing naar psychosociale hulp effectiever voor de patiënt en bespaart het jou op lange termijn tijd. Als zorgprofessional moet ik kritisch zijn op mezelf wanneer iets niet werkt. Wat kan ik anders doen om beter aan te sluiten bij de patiënt? Een investering in een goed eerste gesprek leidt uiteindelijk tot minder doktersbezoeken. Dat is winst voor zowel de patiënt als de zorg.

Dus je pleit voor een andere mindset bij zorgprofessionals: van korte termijn ‘haastdenken’ naar lange termijn integraal werken?

Precies. Neem de tijd om écht in de zorgbehoeften van je patiënten te duiken. Dit voelt misschien lastig door de werkdruk, maar op de lange termijn betaalt het zich terug.

Je bent bestuurder van Stichting Aimon, een stichting die als doel heeft om onder andere te werken aan inclusie. Hoe zie jij de rol van Stichting Aimon in het verder ontwikkelen van cultuursensitieve zorg, en hoe kan de organisatie bijdragen aan een breder maatschappelijk bewustzijn over dit onderwerp?

Toen we acht jaar geleden de stichting oprichtten, wilden we de kloof tussen culturen en mensen verkleinen – wetende dat we de wereld niet kunnen veranderen. We vroegen ons af welke bijdrage we konden leveren om iets duurzaams op te zetten en ons daarna weer terug te trekken.

We proberen deze kloof te verkleinen door heel concrete interventies aan te bieden bij de betreffende instellingen. Onze kracht is dat wij – de bestuurders – in twee werelden leven en daardoor de brug heel makkelijk kunnen slaan.

Ik kan aan de ene kant tegen jou zeggen: wij als Nederlanders. Maar aan de andere kant ook: wij uit de wij-cultuur. Deze combinatie maakt ons heel krachtig. In tijden van polarisatie zetten we deze kracht in om verschillende doelgroepen te verbinden. We kijken niet naar de problemen, maar naar de verbinding.

Welke tips zou je mee willen geven aan zorgprofessionals?

  • Heb vertrouwen in je vermogen en kunnen. Als je bewust bent van jezelf als instrument, dan kun je de aansluiting vinden bij je patiënt.
  • Wees nieuwsgierig.
  • Stel jezelf kwetsbaar op, dan kom je dichterbij de mens. En dan kom je bij het echte probleem, en daarmee bij de oplossing.