Begrijpen wat er met bloedsuiker gebeurt

Ron de Heer
Ron de Heer

‘Nu ik beter begrijp wat er met mijn bloedsuikers gebeurt, durf ik extra insuline toe te dienen’

Ron de Heer (63) heeft diabetes type 2 sinds 2000. In 2010 startte hij met insuline op advies van zijn praktijkondersteuner Tom Wolbrink van Gezondheidscentrum Beverwaard. Naast zijn metforminetabletten spuit hij nu driemaal daags kortwerkende en eenmaal daags langwerkende insuline. Daarnaast gebruikt hij sinds een jaar de FreeStyle Libre (FSL).

Ron de Heer heeft altijd veel gesport. Hij heeft ruim twintig jaar diabetes type 2, maar geen complicaties. Hij denkt dat hij dit vooral te danken heeft aan zijn actieve leefstijl en goede conditie. De Heer: ‘Ik loop veel voor mijn werk als controleur vloeibare ladingen in de haven van Rotterdam. In mijn vrije tijd maak ik toertochten op de fiets. Op vrije dagen fiets ik regelmatig 50 tot 100 kilometer, op werkdagen maak ik kortere tochten.’Toen De Heer in 2010 begon met het spuiten van insuline waren zijn glucosewaarden goed, maar de laatste jaren gingen ze steeds meer schommelen. ‘Ron werkt in ploegendienst en sport veel. Dan is het belangrijk om goed zicht te hebben op het verloop van de glucosewaarden’, zegt zijn praktijkondersteuner Tom Wolbrink. ‘Een dagcurve met vier of zeven vingerprikken geeft beperkte informatie. Bovendien is het prikken belastend voor een actieve persoon zoals Ron. Het is lastig tijdens zijn werk en als hij op de fiets zit. Het voordeel van de FSL is dat je je waarden achteraf kunt uitlezen. ’s Avonds zie je in de grafieken wat het effect van de fietstocht of middagmaaltijd was.’

‘Voordat ik de FSL kreeg, prikte ik mijn bloedsuiker niet zo vaak’, zegt De Heer. ‘Door de sensor zag ik hoe grillig diabetes is. Na het eten van zoetigheid schiet mijn suiker omhoog en sta ik zo op 15 mmol/l. Dit zie ik op de sensor. Een extra pijltje geeft aan of mijn waarde aan het stijgen of zakken is. Nu ik beter begrijp wat er met mijn bloedsuikers gebeurt, durf ik wat extra insuline toe te dienen als ik een gebakje of chips eet. Hierdoor heb ik minder vaak hoge glucosepieken.’

‘Wat me verbaasde, is dat mijn suikerwaarden in de nacht stijgen. Ik had verwacht dat ze zouden dalen omdat ik ’s nachts niets eet. Tijdens mijn nachtdiensten hou ik mijn eetritme van overdag aan. Ik eet dus niet als ik ’s nachts werk, maar ook dan stijgen mijn glucosewaarden. Het onregelmatige werken is niet goed voor mijn diabetes en ik merk dat ik de laatste jaren langzamer herstel van de nachtdiensten. Ik ben vaak nog lang moe.’

Wolbrink: ‘Mensen vinden het vaak raar dat hun bloedsuiker ’s nachts stijgt. Ze gaan naar bed met een waarde van 8 en worden wakker met een waarde van 10. Dat kan komen doordat je lichaam ‘s nachts ongevoelig kan zijn voor insuline. Hierdoor lopen de glucosewaarden op, ook al eet je niets. Bij Ron speelt mee dat hij in ploegendiensten werkt. Dit verstoort je bioritme en je glucosewaarden.’

‘Een vingerprik is voor veel mensen een gedoe en bovendien is de gemeten waarde maar een momentopname’, vult Wolbrink aan. ‘De glucosesensor biedt meer gemak. Zonder moeite zien mensen dat hun bloedsuiker stijgt als ze iets met suiker of een bord pasta eten. Doordat het inzichtelijker wordt, gaan ze het beter begrijpen en zijn ze meer geneigd er iets mee te doen. Ze zien wat eten en beweging met hun glucosewaarden doet en gaan zoeken naar manieren om hun diabetes beter te regelen.’

‘Ron heeft altijd goed voor zijn diabetes gezorgd. Hij beweegt veel, gaat goed met stress om en zit uitstekend in zijn vel’, aldus Wolbrink. ‘Dit draagt allemaal bij aan een goede diabetesinstelling. Met de gegevens uit zijn FSL blijven we kijken of we zijn insulineschema kunnen optimaliseren. Het laatste jaar is zijn HbA1c met 17 punten gezakt. Dat is een mooi resultaat.’Tekst Irene Seignette | Foto Ingeborg van Bruggen


Er zijn voor een ander is het mooiste dat er is

Toch kun je soms niet de aandacht geven die iemand verdient, door bijvoorbeeld tijdgebrek. Of door iemands schaamte of angst. Daarom zoeken we samen naar kansen en oplossingen om klanten zich minder patiënt te laten voelen. En meer mens.