Gebruikerstips voor sondevoeding
Algemene gebruikerstips
Bij Mediq krijgen we dagelijks vragen over het gebruik van sondevoeding, daarom staan op deze pagina alle tips die we de afgelopen jaren hebben verzameld.
Sondevoeding bewaren
- Laat een verpakking sondevoeding nooit langer dan 24 uur aangesloten zitten.
- Buiten direct zonlicht
- Op een koele en droge plek
- Op kamertemperatuur, tussen 5 en 25°C
Sonde schoonmaken en schoonhouden
- Spoel de sonde minimaal vier keer per dag goed door met lauwwarm kraanwater of mineraalwater zonder koolzuur met behulp van een 20 ml injectiespuit.
- Gebruik elke 24 uur een nieuwe pompset.
- Gebruik spuiten om door te spoelen niet langer dan 72 uur.
- Maak uw voedingspomp regelmatig schoon met een vochtige doek. Dit voorkomt onnodige storingen en verlengt de levensduur van de pomp.
Temperatuur bij toedienen van sondevoeding
- Het is prettig als de sondevoeding niet te koud is. Laat de voeding minimaal een halfuur op kamertemperatuur komen voordat u het toedient.
- Wilt u de sondevoeding sneller op kamertemperatuur krijgen? Dit kunt u doen door enige tijd lauw water langs de verpakking te laten lopen.
- Download ons informatieboekje sondevoeding voor meer adviezen.
Tips voor uw neus-maagsonde
De verpleegkundige heeft u informatie gegeven over de sonde. Voor uw gemak hebben wij de drie belangrijkste tips voor uw neus-maagsonde op een rij gezet.1. Controleer de juiste ligging
Het kan zijn dat de sonde na verloop van tijd niet meer goed ligt. Als u heeft overgegeven, als er hard aan de sonde is getrokken of als u om een andere reden twijfelt of het uiteinde van de sonde nog in uw maag ligt, dan kunt u zelf de ligging met PH-strips controleren. Deze PH-strips vindt u in het startpakket. Trek enkele druppels maagsap op, bevochtig hiermee de PH-strip en lees de waarde af:
- < 5,5: met een waarde lager dan 5,5 of gelijk aan 5,5 ligt de neus-maagsonde zeer waarschijnlijk in uw maag.
- > 5,5: met een waarde hoger dan 5,5 kan de neus-maagsonde verkeerd liggen. Neemt u contact op met uw arts of verpleegkundige voordat u start met sondevoeding.
2. Voorkom verstopping
Als de sonde verstopt is, kunt u deze doorspoelen met natriumbicarbonaat 4,2 % (op recept huisarts).
3. Verzorg uw sonde
Om te voorkomen dat de sonde verstopt raakt, adviseren wij u de sonde 4 tot 6 keer per dag door te spoelen met lauw water. Gebruik hiervoor de 20 ml spuit met gewoon kraanwater of mineraalwater zonder koolzuur. Sluit de spuit direct aan op de sonde of op het bijspuitpunt.
Wij raden u aan de sonde in ieder geval door te spuiten:
- vóór de toediening van de sondevoeding
- bij het afkoppelen van de sondevoeding
- bij elke verwisseling van een verpakking sondevoeding
- vóór en na de toediening van medicijnen via de sonde
- vóór het slapengaan
- na het ontwaken