Oorzaken en vormen van incontinentie

Oudere vrouw met kind in tuin

Wat is incontinentie?

Incontinentie is het niet kunnen ophouden van urine of ontlasting, meestal als gevolg van een lichamelijke aandoening of operatieve ingreep. Het vasthouden van de urine heet retentie en het vasthouden van ontlasting heet obstipatie. Bij ongewenst urineverlies en niet kunnen ophouden van urine of ontlasting kunt u absorberende materialen gebruiken. Bij incontinentie en retentie kunt u hulpmiddelen nodig hebben om urine of ontlasting af te voeren, dit zijn katheters.

In Nederland hebben ongeveer een miljoen mensen last van urine-incontinentie

Dat is dus ongeveer 1 op de 20 mensen. Hiervan is 75% vrouw en 25% man. Ontlastingsincontinentie komt minder vaak voor. Met de juiste hulp of ingreep kan incontinentie sterk afnemen en soms helemaal verdwijnen. Er zijn veel hulpmiddelen die u helpen om een zo normaal mogelijk leven te leiden. Samen met uw arts of verpleegkundige kiest u het juiste hulpmiddel.

Urine-incontinentie

Urine-incontinentie is het ongewild verlies of niet kunnen ophouden van urine. Er zijn diverse soorten urine-incontinentie, zoals inspannings- of stressincontinentie, waarbij u urine verliest bij lachen, hoesten, springen of tillen. Er is ook aandrangincontinentie, hierbij voelt u plotseling een niet te onderdrukken aandrang om te plassen. Bij gemengde incontinentie heeft u inspannings- en aandrangincontinentie. Dit komt voornamelijk bij ouderen voor.

Oorzaken van incontinentie

Incontinentieklachten kunnen veel oorzaken hebben. Ze kunnen bijvoorbeeld na een bevalling of bij het ouder worden ontstaan. De belangrijkste oorzaken van urine-incontinentie zijn: 

  • Verzwakking van het bekkenbodemspieren en steunweefsel.
  • Slechte afsluiting van de plasbuis.
  • Een overactieve blaas door een neurologische aandoening.
  • Een operatieve ingreep.

Verzakking

Bij een blaasverzakking zakt de voorwand van de vagina naar buiten. Omdat de blaas hier deels op rust, is deze ook verzakt. Ook een bevalling kan de weefsels en spieren rondom de vagina verzwakken. Dit kan ook gebeuren door hormonale veranderingen tijdens de menopauze of een te hoog lichaamsgewicht. Doordat u de bekkenbodemspieren niet meer goed kunt aanspannen, kan de blaas niet goed afgesloten worden. Dan kan er bij bijvoorbeeld hoesten, niezen, persen, bukken, sporten en andere bewegingen urineverlies optreden.

Slechte afsluiting plasbuis

Het kan voorkomen dat de plasbuis knikt en de urine niet goed kan weglopen. Het plassen is hierdoor moeilijk. Dan gaat het om retentie: het onbewust achterblijven van urine in de blaas.

Neurologische aandoening

Ongewild urineverlies heeft vooral te maken met de werking van het systeem van spieren, zenuwen en de blaas. Bijvoorbeeld door vaatafwijkingen, een ongeval (dwarslaesie), hernia, Multiple Sclerose of een aangeboren afwijking (‘open rug’) kunt u een beschadiging aan de zenuwen oplopen. Die kunnen de blaas en de sluitspieren dan niet of niet goed besturen of samen laten werken. U voelt bijvoorbeeld geen aandrang en de blaas trekt zich op onvoorspelbare momenten samen. Vaak komt de plas al zonder dat de blaas vol is en zonder dat aandrang is gevoeld. Ook door een hersenbloeding of herseninfarct kan ongewild urineverlies optreden, terwijl de blaas en de sluitspier op zich goed werken.

Een operatieve ingreep

Bij urologische operaties en operaties in de onderbuik kan tijdelijk of blijvend een zenuwbeschadiging optreden, met incontinentie of retentie als gevolg. Vrouwen die last hebben van inspanningsincontinentie krijgen oefeningen om de bekkenbodemspieren te trainen of een pessarium (ring). Bij ernstige klachten wordt om de plasbuis een TVT (bandje) geplaatst, die het afsluiten van de blaas ondersteunt. Als dit te strak zit, kan het gebeuren dat iemand niet meer spontaan kan plassen en moet katheteriseren om de blaas te legen.

Overige oorzaken

Bij mannen kan incontinentie ontstaan door een vergrote prostaat. Doordat deze de plasbuis gedeeltelijk dichtdrukt, kan de man niet meer goed uitplassen. Hierdoor blijft steeds meer urine in de blaas achter. Dit heeft een overvolle en overrekte blaas tot gevolg, die overloopt. Er vloeien dan steeds kleine beetjes urine weg. De blaas kan ook overactief zijn en ongewild samentrekken bij kleine prikkels, ook als hij maar een kleine hoeveelheid urine bevat. Dit veroorzaakt zo’n hoge druk in de blaas, dat het afsluitmechanisme de urine niet kan tegenhouden. Het urineverlies dat hierdoor ontstaat, varieert van een beetje tot de volledige blaasinhoud.

Ontlastingsincontinentie

Ontlastingsincontinentie (fecesincontinentie) is het ongewild verlies of niet kunnen ophouden van ontlasting. Dit kan optreden bij ouderdom en ziekten.

De belangrijkste oorzaken van ontlastingsincontinentie zijn:

  • Neurologische aandoeningen/ stoornissen in het zenuwstelsel
  • Verzwakte bekkenbodemspieren/ spastisch bekkenbodemsyndroom
  • Chronische darmontsteking/ inflammatoire darmziekten (IBD)
  • Prolaps of verminderde capaciteit van de endeldarm
  • Beschadigde kringspier
  • Het prikkelbaredarmsyndroom (PDS)

Neurologische aandoeningen

Het zenuwstelsel is het besturingssysteem van de anus. De zenuwen zorgen ook voor het gevoel van aandrang en het vermogen om onderscheid te maken tussen vaste en vloeibare ontlasting en gas. Verstoring of beschadiging van het zenuwstelsel heeft invloed op de werking van de sluitspieren. Als het systeem van spieren, zenuwen en de kringspier niet meer goed werkt, kan ontlastingsincontinentie voorkomen. Een andere oorzaak kan beschadiging of stoornis van de zenuwen van het ruggenmerg of een hersenbeschadiging zijn. Normaal gesproken zorgen de hersenen voor een bewuste controle over het ophouden en lozen van ontlasting.

Andere oorzaken

Bij vrouwen is de meest voorkomende oorzaak van ontlastingsincontinentie een totaalruptuur: een inscheuring van de vagina die doorloopt naar de anus. Ook een operatie aan het rectum kan ontlastingsincontinentie tot gevolg hebben. In Nederland worden jaarlijks 50 tot 60 kinderen geboren met een anorectale malformatie of anusatresie: een aangeboren aandoening in de endeldarm. Dit kan obstipatie tot gevolg hebben.

Behandelplan

Afhankelijk van de oorzaak van de urine- of ontlastingsincontinentie stelt een arts een behandelplan op. Uw arts kan u samen met de continentieverpleegkundige adviseren over de te gebruiken hulpmiddelen. Wilt u meer informatie over tips en advies over incontinentie? Ga dan naar onderstaande pagina.