Voeding en uit eten met een insulinepomp
Onopvallend en makkelijk insuline toedienen voor het eten
Via de pomp kunt u insuline toedienen (bolussen) zonder dat u hiervoor hoeft te spuiten. Dat is fijn voor kinderen en mensen met spuitangst. Een bolus is makkelijk gegeven en valt ook minder op voor de omgeving. Dit kan handig zijn als u bijvoorbeeld uit eten gaat of in het publiek een bolus wilt toedienen. Afhankelijk van de pomp die u gebruikt dient u de insuline dan toe via de pomp, met behulp van een app op de telefoon of via een speciaal apparaatje dat u hiervoor heeft gekregen.
Koolhydraten tellen bij een insulinepomp
Met een insulinepomp bent u flexibeler om te kiezen wat u wilt eten en drinken dan met een insulinepen. Om van deze voordelen gebruik te maken, is het wel belangrijk dat de insulinepomp goed is ingesteld, zowel wat betreft de basaalstand als de boluscalculator. Bij het instellen hiervan krijgt u hulp van uw diabetesverpleegkundige en diëtist. Daarnaast is het belangrijk dat u goed kunt koolhydraten tellen. Immers, ook al is uw insulinepomp goed ingesteld, als u niet het juiste aantal koolhydraten invoert, kan de pomp niet goed berekenen hoeveel eenheden insuline u nodig heeft.
Een insulinepomp heeft vaak meerdere bolusopties. Dat betekent dat u voor een maaltijd kiest hoe de insuline wordt afgegeven: allemaal in een keer, of de helft in een keer en de rest uitgespreid over een paar uur. Deze bolusopties zijn handig bij verschillende maaltijden, want koolhydraten worden niet altijd op dezelfde manier opgenomen. Bij een maaltijd die naast koolhydraten veel vetten bevat, worden de koolhydraten langzamer opgenomen in het bloed. Dan is het fijn dat de insuline ook gespreid wordt afgegeven.
Tips als u uit eten gaat
- Van veel restaurants kunt u de menukaart vooraf online bekijken. Dan kunt u alvast beslissen wat u wilt eten en een inschatting maken van de koolhydraten en de hoeveelheid insuline die u hiervoor nodig zou hebben.
- U wilt natuurlijk voorkomen dat u een hypo krijgt in het restaurant. Wacht daarom met het toedienen van insuline tot het moment dat het gerecht wordt geserveerd. In een restaurant is het immers vaak moeilijk in te schatten wanneer u de maaltijd krijgt. Bovendien kunt u de portiegrootte dan beter inschatten.
- Wees voorzichtig met alcohol. Alcohol heeft namelijk een bloedglucoseverlagend effect, vaak enkele uren na het drinken.
- Heeft u de kans, ga dan met de fiets of wandelend naar het restaurant, dat is altijd goed voor uw glucosewaarden.
