Insulinebehandeling bij diabetes type 1

Gezinsleden staan met elkaar in de keuken te praten terwijl ze aan het koken zijn

Insulinebehandeling, wat houdt dat in?

Bij mensen zonder diabetes wordt insuline afgegeven aan het bloed om ervoor te zorgen dat glucose uit het bloed door de lichaamscellen kan worden opgenomen. Daar dient het als brandstof of wordt het opgeslagen als reservevoorraad. Bij diabetes type 1 valt de eigen insulineproductie weg, doordat de insuline producerende cellen in de alvleesklier worden stukgemaakt. Dit betekent dat de ‘normale’ insulinebehoefte van het lichaam door insuline-injecties moet worden nagebootst. Hiervoor wordt een insulinepen met een heel dun naaldje gebruikt.

Insulinevraag nabootsen

Normaal geeft het lichaam insuline af bij een stijging van de bloedglucosespiegel, na een maaltijd of tussendoortje. Het lichaam registreert de bloedglucosespiegel en stopt met de afgifte van insuline zodra de bloedglucosespiegel voldoende is gedaald. Het lichaam heeft altijd insuline nodig om aan de glucosebehoefte van het lichaam in rust te kunnen voldoen, dit noemen we de basale insulinebehoefte. Daarnaast is er een insulinebehoefte die nodig is om de maaltijd goed te kunnen verwerken: dit noemen we de bolus behoefte. Bolus staat dan voor een éénmalige insuline gift die hoort bij de maaltijd.

Om de insulinevraag van uw lichaam goed na te bootsen is het noodzakelijk om:

  • Goed inzicht te hebben in de hoeveelheid koolhydraten in voeding en de hoeveelheid insuline die daarvoor nodig is.
  • Een insulineschema om de insulinebehoefte goed na te bootsen. Er zijn verschillende insulineschema's. Voor diabetes type 1 wordt meestal gebruik gemaakt van het zogenaamde intensieve insulineschema.

Intensief insulineschema

Hierbij spuit men meestal 1 maal per dag een langwerkende insuline voor uw basale behoefte. Daarnaast wordt voor iedere maaltijd een dosering kortwerkende insuline gespoten die past bij de maaltijd. Hierdoor is de hoeveelheid insuline nauwkeurig te doseren en kan per maaltijd verschillen. Net zoals het lichaam dat normaal gesproken zou doen. Het voordeel van dit schema is nauwkeurigheid en flexibiliteit, het nadeel is dat er voor iedere maaltijd insuline gespoten moet worden. Omdat insulinebehandeling al veel van u vraagt biedt Mediq de Kwartaalservice. Hierbij ontvangt u ieder kwartaal automatisch al uw diabetes hulpmiddelen, inclusief insuline en overige herhaal medicatie. 

Zelfregulatie bij intensief insulineschema

Met een intensief insulineschema is het mogelijk om aan de insulinebehoefte van het lichaam te voldoen. De insuline die wordt gespoten moet worden aangepast aan het voedings- en bewegingspatroon. Dit noemen we zelfregulatie. Om de kennis op te doen is begeleiding van een diabetesverpleegkundige en diëtist een must. Uw inzicht wordt vergroot door zelf de effecten van uw handelen te controleren met behulp van zelfcontrole. In de beginfase zal u veel moeten controleren om uw kennis en inzicht te vergroten.

In het begin bent u er intensief mee bezig, u verzamelt kennis en inzichten. U leert door ervaring situaties in te schatten en met behulp van zelfcontrole te evalueren. Na verloop van tijd zal u merken dat u steeds meer op routine beslissingen kan nemen. Het is heel normaal dat het in het begin overweldigend kan voelen, de meeste mensen kunnen na verloop van tijd hun leven weer inrichten zoals zij dat willen.

1-2 maal daags insulineschema

Met een heel voorspelbaar leefpatroon, eten op vaste tijden en geen grote variaties in het bewegingspatroon, kan soms volstaan worden met 1-2 insuline-injecties per dag. Er wordt dan langwerkende insuline of een combinatie van kort- en langwerkende insuline gebruikt.

Veelgestelde vragen

Waarom moet ik kort- en langwerkende insuline toedienen?
Iedereen heeft 24 uur per dag een klein beetje insuline nodig. Om hierin te voorzien, spuit u één of twee keer per dag langwerkende insuline. Deze wordt geleidelijk afgegeven aan uw lichaam. Om de glucosepieken na de maaltijd op te vangen, spuit u kortwerkende insuline. Het is ook mogelijk om een combinatie van kort- en langwerkende insuline tegelijk toe te dienen met een zogenaamde mixinsuline.

Waar kunnen lege of gebruikte materialen in verwijderd worden?
De (bijna) lege patronen en gebruikte naaldjes gaan in een naaldencontainer en kunnen bij de chemokar afgegeven worden. Soms kunnen ze in de grijze vuilcontainer gedeponeerd worden. De (bijna) lege wegwerppennen mogen, zonder naaldjes, in de prullenbak.


Hoe wordt insuline bewaard?
De insuline waarmee gespoten wordt, mag op kamertemperatuur bewaard worden. Het is dan vier weken houdbaar. De voorraad insuline (ampullen of wegwerppennen) moet in het midden van de koelkast bewaard worden of in de groentela, echter niet tegen het vriesvak aan. Als de insuline bevroren is geweest, gaat de werking ervan achteruit. Bewaar insuline ook niet in de deur van de koelkast omdat dit te veel temperatuurschommelingen geeft bij het openen van de deur. Mits u de insuline op de juiste manier in de koelkast bewaard, is deze houdbaar tot de datum die op de verpakking staat.
  • Ook op vakantie moet de insuline koel bewaard worden. Hiervoor zijn hulpmiddelen (koeltasjes) verkrijgbaar. Neem ook altijd een diabetespaspoort mee en een extra recept voor insuline.
  • Op de wintersportvakantie kunt u de insuline die u nodig heeft het beste onder uw winterjas bewaren. Laat het niet bevriezen.
  • Bevroren insuline niet meer gebruiken i.v.m. kwaliteitsverlies.
  • Bewaar teststrips in de eigen verpakking. Dit biedt bescherming tegen licht en luchtvochtigheid.
  • Teststrips waarvan de houdbaarheidsdatum is verlopen, zijn niet meer betrouwbaar. Na de opening van een potje zijn de teststrips drie maanden houdbaar. Tip: schrijf de datum waarop u het potje voor de eerste keer opent op het potje.
  • Afhankelijk van het merk moet de bloedglucosemeter bewaard worden tussen de +6 en maximaal +44 graden Celsius.