De toekomst van het contracteren van Wondzorg

Wondverpleegkundige verbindt de wond van een mannelijke patiënt op bed
10 februari 2023
Mediq organiseerde onlangs de jaarlijkse wondregie bijeenkomst over de toekomst van het contracteren van wondzorg. Een onderwerp wat relevanter is dan ooit. Zorg en specifiek wondzorg wordt complexer en tegelijk specialistischer. We moeten over domeinen heen gaan kijken om de zorg betaalbaar te houden. Wij zijn onder andere met Zilverenkruis, CZ en de zorginkopers van Beweging 3.0 en zorgorganisatie Aafje in gesprek gegaan over de toekomst van wondzorg.

De toekomst van het contracteren van Wondzorg 

Het perspectief van alle kanten  

Mediq organiseerde donderdag 19 januari 2023 de jaarlijkse wondregie bijeenkomst over de toekomst van het contracteren van wondzorg. Een onderwerp wat relevanter is dan ooit. Zorg en specifiek wondzorg wordt complexer en tegelijk specialistischer. We moeten over domeinen heen gaan werken en de zorg moet daarnaast ook nog betaalbaar blijven. Hoe werken zorgverzekeraars en zorgaanbieders in deze bijzondere tijd samen om de toekomst van wondzorg te garanderen? 

Jessica Geerling, salesmanager Eerstelijnszorg bij Mediq, praatte de avond aan elkaar en verwelkomde de sprekers; Stephanie Fakkert (Beweging 3.0), Karishma Panday (zorgorganisatie Aafje), Susanne van Tiggelen (Mediq), Atze Metz (Zilveren Kruis) en Jacques Duiven (zorgverzekeraar CZ).  

 

Inkoopcyclus  

Uiterlijk 1 april publiceren zorgverzekeraars hun inkoopbeleid, waarna zorgaanbieders het beleid bestuderen en eventueel bezwaar maken voor als er eisen instaan die niet haalbaar zijn. Vervolgens worden de gesprekken gevoerd om het nieuwe zorgcontract vóór 12 november te tekenen. Op deze manier weten zorgverzekeraars of ze voldoende zorg hebben ingekocht voor het komende jaar en kunnen verzekerden via de zorgvinder opzoeken welke zorg er door welke zorgverzekeraars vergoed wordt. De onderhandelingen zijn de afgelopen twee jaar langzamer verlopen dan normaal, vanwege financiële onzekerheid rondom de coronapandemie. Dit jaar maken de economische omstandigheden en het Integraal Zorgakkoord de onderhandelingen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars uitdagender en complexer. En dat heeft voor WondRegie ook het nodige effect.  

 

Complexe zorg, complexe onderhandelingen? 

We hebben met zijn allen te maken met hogere personeelskosten, grondstofprijzen en energieprijzen. Maar ook de druk op de zorg, de complexiteit van de zorg en de krapte op de arbeidsmarkt hebben een grote impact. “Daarnaast kregen we medio september te maken met het Integraal Zorgakkoord”, zegt Stephanie Fakkert van Beweging 3.0. “De plannen voor de contractering waren klaar, we wisten wat voor zorg we nodig hadden, maar toen konden zowel wij als de zorgverzekeraars weer terug naar de tekentafel. Dit betekende dat we in oktober, november en in december de voorstellen van de zorgverzekeraars binnen kregen. Dankzij de constructieve houdingen is het merendeel van de overeenkomsten voor de jaarwisseling overeengekomen. De laatste overeenkomst is in januari overeengekomen. Iets wat normaliter in november al rond zou moeten zijn.” Bij alle sprekers kwam dit onderwerp naar voren. Alle contractonderhandelingen waren uitdagender verlopen dan ooit. Bij enkele zorgaanbieders waren de onderhandelingen nog volop aan de gang. En dat in de laatste week van januari. Niet alleen bij de zorgaanbieders, maar ook bij de zorgverzekeraars waren het bijzondere tijden, zo vertelde Atze Metz van zorgverzekeraar Zilveren Kruis aan de aanwezigen. De complexiteit zit niet alleen in de zorg zelf. Steeds vaker moeten er contracten worden gesloten over meerdere domeinen heen, waarbij er ook meerjarenafspraken gemaakt moeten worden. Daar komen complexe processen bij kijken en moet de juiste informatie ingewonnen worden bij de inhoudelijk experts, zoals wondverpleegkundige en wondregie-experts. “Voor de domein-overstijgende- en meerjarencontracten is het Integraal Zorgakkoord (IZA) een goede aanzet,” zegt Jacques Duiven van zorgverzekeraar CZ. “Er staan een mooi aantal concrete zaken in waar domein-overstijgend werken wordt aangemoedigd voor het sociale domein wat betreft de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en de zorgverzekeraars vanuit de Zorgverzekeringswet (ZvW) en de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Maar ook regionale samenwerking worden daarin aangemoedigd. Een onderwerp wat vooral voor wondzorg belangrijk is en waar zowel Zilveren Kruis als CZ de komende jaren op willen sturen. 

 

Dezelfde taal spreken 

Om als zorgverzekeraar en zorgaanbieders kwalitatief hoogwaardige zorg te bieden, moeten beide partijen wel dezelfde taal spreken. In veel gevallen gaat dit goed, totdat er discussies ontstaan over bijvoorbeeld afbakening van de te leveren zorg en/ of interpretatie van data . Weten we als zorgverzekeraars voldoende wat de zorgaanbieders bedoelen en vice-versa”, vraag Jacques Duiven, van zorgverzekeraar CZ zit hardop af. “Door de verschillende manieren van aanleveren en interpretatie van de data blijft er ruis ontstaan en blijft de administratielast hoog. Iets wat al jaren speelt, maar wat we blijkbaar niet kunnen kantelen”, zegt hij. “De afwijkende procedures bij de verschillende zorgverzekeraars draagt niet positief mee aan het verminderen van die last”. “De rol van de grote zorgverzekeraars kan hier een oplossing in zijn”, stelt Susanne van Tiggelen van Mediq aan de orde. “De vier grote zorgverzekeraars hebben 85 procent van de zorgmarkt in handen. “Het zou toch mooi zijn als we alleen al met deze groep kunnen afspreken hoe we bepaalde managementdata aanleveren om beter inzicht te verkrijgen in de aard, de behandeling en het verloop van verleende complexe wondzorg. Dat zou al een hoop tijd en administratieve lasten schelen.” Dat er nu nog te gefragmenteerd wordt gewerkt, beaamt ook Karishma Panday van zorgorganisatie Aafje. “Soms hebben we te maken met een 5-minutencontract en met andere verzekeraars hebben we een trajectcontract afgesproken. Wanneer we dit beter op elkaar afstemmen, worden de contracten eenvoudiger en zijn we minder tijd kwijt aan administratieve zaken. Zo houdt de zorgspecialist meer tijd over voor de patiënt. Ook clusterprofielen voor producten werden als oplossing besproken én patiëntprofielen voor vergoedingen kwamen tijdens de bijeenkomst ter sprake. Over de werking van deze mogelijke oplossingen waren de meningen echter verdeeld.  

 

Uitdagende toekomst 

De vraag die we onszelf eigenlijk moeten stellen, is wat voor type zorg we nog acceptabel vinden  in Nederland. De hoge kwaliteit waar zorgaanbieders nu aan moeten voldoen is in deze tijd niet meer vol te houden”, zegt Karishma Panday, zorginkoper bij zorgorganisatie Aafje. “De contractonderhandelingen gaan op dit moment moeizamer dan ooit. De zorgvraag stijgt en het zorgaanbod daalt. We moeten ons met zijn allen meer en meer gaan afvragen in hoeverre we moeten vasthouden aan de doelmatigheid versus het tarief wat er wordt vergoed.” “Zorgverzekeraars zetten daarom meer en meer in op preventie”, zo vertelt Atze Metz. Hoe langer we in gezondheid kunnen leven, hoe minder zorg we nodig hebben. Een open deur misschien, maar het feit dat dit in het Integraal Zorgakkoord het hoofdthema is, betekent dat we er echt nog niet zijn. Zorg wordt duurder én we worden ook nog eens met zijn allen ouder. Daarbij vragen we iedereen, zowel oudere als mensen die langdurig afhankelijk zijn van zorg, om zo lang mogelijk thuis te blijven wonen. “We moeten de beweging van zorg naar huis versnellen. Dit vraag iets van ons allemaal. Zorgaanbieder, zorgverzekeraars en mantelzorgers. Daarom investeren we als zorgverzekeraar in de samenwerking van zorgnetwerken, maar ook in de samenwerking tussen eerstelijns- en acute zorg. Het belangrijkste punt wat we hiermee willen maken is dat men een zorgnetwerk om de patiënt heen bouwt. Dicht bij huis, met de juiste mensen. Mantelzorgers, huisartsen, wijkverpleegkundigen en wondverpleegkundige horen allemaal in dat netwerk. We moeten dit zien als het kernteam van de zorgontvanger. Adequate netwerkzorg zorgt voor afstemming tussen de eerste lijn, specialistische zorg en het sociale domein. We gaan van specialistische zorg naar meer generalistische zorg door het vaste team aan huis. 

Dat hier een nieuwe bekostiging voor nodig is, weten we zeker. Het is alleen nog onduidelijk hoe zich dat tot de Regiefunctie Complexe Wondzorg gaat verhouden. We willen met zijn allen dat er meer zorg naar huis wordt gebracht. Dan moeten er ook meer financiële middelen die kant op gaan. Dat is binnen de huidige bekostigingsstructuur lastig om voor elkaar te krijgen. Eén van de oplossingen kan zijn om met clientprofielen te gaan werken. De hoop is dat door middel van deze cliëntprofielen de zorginhoud meer op de voorgrond wordt gezet. Er is dan een bepaald tarief beschikbaar voor de zorg voor één specifieke clientgroep. Zo kunnen zorgnetwerken beter met elkaar samenwerken. Eén potje voor de zorgspecialisten, waardoor het budget eerlijker verdeeld wordt. Wanneer en hoe dit er in de toekomst uit gaat zien, is nog onbekend.  

 


Afsluiting 

Dat we met verschillende uitdagingen te maken hebben in het contracteren van zorg en specifiek in de wondzorg werd tijdens de bijeenkomst maar weer eens duidelijk. De zorg wordt duurder, complexer en de zorgvraag stijgt, waarbij er in de toekomst minder specialisten beschikbaar zijn en de financiële middelen onder druk staan. Daar hebben we in de wondzorg mee te maken en daar moeten we op acteren. Ideeën voor mogelijke oplossingen zijn er, maar er is nog veel onzekerheid om radicaal andere beslissingen te maken. Het Integraal Zorgakkoord geeft een basis om op voort te bouwen en te kijken naar meer keten- en regionale samenwerkingen. Met elkaar blijven praten, specialistische kennis delen en nog meer samenwerken in netwerken lijken nu de oplossing. Passende vergoedingen daarvoor blijven echter een heikel punt. De wil is er, nu de uitvoering nog.