Preventie van urineweginfecties

Vrouw met buikkramp of pijn
Een gesprek met dr. Evert Koldewijn

“Het draait om goede voorlichting”

Menigeen krijgt wel eens te maken met urineweginfecties zoals een blaasontsteking. Met name mensen die zichzelf katheteriseren lopen een verhoogd risico. Hoe houden zij de blaas gezond? En welke misverstanden zijn er waar het preventie betreft? We vragen uroloog dr. Evert Koldewijn uit het Catharina Ziekenhuis Eindhoven om helderheid te verstrekken.

Eerst neemt hij de hygiëne bij het katheteriseren onder de loep. “Handen wassen is van groot belang”, aldus dr. Koldewijn. “Maar het is niet nodig om overdreven te poetsen en te schrobben. Het uitgangspunt voor een goede hygiëne is gewoon handen wassen met stromend water en zeep en droogdeppen. In Nederland is kraanwater voldoende steriel, daarom kan volstaan worden met het reinigen van de ingang van de plasbuis met kraanwater. Het gebruik van zeep verstoort hier de balans van normaal aanwezige bacteriën en is daardoor niet raadzaam.”

Op tijd katheteriseren

Hij benadrukt het belang van frequent katheteriseren. “Dit moet 4 tot 5 keer per dag plaatsvinden, zodat de blaas niet te vol wordt. Minder indien de patiënt zelf nog een deel kan plassen. Daarmee kom je op een totaal van 1,5 tot 2 liter urine, precies de hoeveelheid vocht die iemand dagelijks tot zich moet nemen. Meer drinken is in de regel onder normale omstandigheden niet zinvol om blaasontstekingen te voorkomen.”

Blaasspoeling

Ook bij het consequent uitvoeren van bovenstaande voorzorgsmaatregelen blijft een groep kathetergebruikers echter gevoelig voor urineweginfecties. Geïnfecteerd raken blijkt mede afhankelijk van het afweersysteem van de patiënt. Hierop uit voorzorg anticiperen via blaasspoelingen is vanuit medisch oogpunt echter niet wenselijk.

“Wanneer er geen urineweginfectie is moet je geen blaasspoelingen gaan toepassen om dit te voorkomen”, aldus de uroloog. “Blaasspoelen wordt alleen gedaan wanneer er al problemen zijn. Dan kan er bijvoorbeeld worden gespoeld met een fysiologische zoutoplossing. Of andere producten die ontsmettend werken, zoals een oplossing met o.a. citroenzuur. Sommige medicamenten kunnen ook de afweer tegen infecties beïnvloeden, waarmee je de kans op herhaling juist in de hand kunt werken.”

Antibiotica

Een antibioticum wordt eigenlijk alleen voorgeschreven wanneer mensen echt ziek worden van de infectie en de klachten langer aanhouden. Bijvoorbeeld bij koorts, onwelbevinden en wanneer mensen hierdoor niet in staat zijn om hun dagelijkse bezigheden uit te voeren. “Het punt is namelijk dat het vaststellen van een urineweginfectie bij mensen die zichzelf katheteriseren een lastig punt blijft”, legt Koldewijn uit. “80 tot 90 procent van deze groep heeft in z’n urine meetbare kenmerken van een blaasontsteking, zonder daar last van te hebben. Er moet dus meer aan de hand zijn om tot een behandeling met antibiotica over te gaan.”

Resistent

De achterliggende redenen zijn bij de meeste mensen wel bekend: veelvuldig gebruik kan leiden tot resistentie. Lastig voor de artsen wanneer een patiënt ooit eens in een kritieke situatie terechtkomt, bijvoorbeeld op de operatietafel. Daarbij hebben sommige individuen zelfs direct last van het gebruik van antibiotica. Het medicijn verstoort meer dan alleen de bacteriën in de blaas. Alternatief kan het intravesicaal worden toegediend (direct in de blaas). “Dit vormt onderdeel van de beschikbare behandelmogelijkheden, maar wordt slechts beperkt toegepast”, aldus dr. Koldewijn. “Het is geen logisch alternatief.”

Probiotica

Vormen probiotica dan een evidence based alternatief? “Nee”, luidt het antwoord. “Tijdens de ontwikkeling van de nieuwe richtlijn ‘Urineweginfecties bij volwassenen’ uit 2020 hebben we gekeken naar bewezen resultaten, maar geen enkele van de beschikbare producten heeft de test doorstaan. Dat gezegd hebbende, moeten we in ons vak per individu blijven zoeken naar oplossingen om blaasontstekingen te voorkomen. Dus ga je zaken proberen, met soms goede individuele resultaten. Ik ben de laatste die zegt dat patiënten geen probiotica mogen uitproberen. We gaan het alleen niet standaard aan groepen mensen voorschrijven.”

Bekkenbodemfysio

Het inzetten van een bekkenbodemfysiotherapeut kan zijdelings effect hebben op het voorkomen van blaasontstekingen. “Indien matig functionerende bekkenbodemspieren onderdeel zijn van het blaasfunctieprobleem, kan een bekkenbodemfysiotherapeut toegevoegde waarde bieden”, stelt de uroloog vast. “Bijvoorbeeld wanneer iemand niet kan plassen vanwege extreme hypertonie (spierspanning) in de bekkenbodem. Iemand beter leren ontspannen, en hiermee mogelijkerwijs beter leren plassen, zou kunnen bijdragen aan het voorkomen van urineweginfecties.”

Onrust wegnemen

Tot slot geeft dr. Koldewijn aan dat er soms operatieve mogelijkheden zijn om patiënten van het katheteriseren af te helpen. Tegelijkertijd realiseert hij zich dat de risico’s van dergelijke operaties versus doorgaan met katheteriseren de afweging vormen die de patiënt moet maken. Sommige mensen hebben het katheteriseren zonder al teveel problemen opgenomen in hun dagelijkse routine. “Als zorgprofessionals willen we een situatie creëren waarbij mensen zelf de regie over hun leven behouden, en daarmee hun onafhankelijkheid. Die invalshoek kan veel onrust bij de patiënt wegnemen”, concludeert hij. “Een operatie is dus niet altijd noodzakelijk. Waar het om draait is dat we met z’n allen goede voorlichting verstrekken.”

Dr. Evert Koldewijn

dr. Evert Koldewijn

Uroloog uit het Catharina Ziekenhuis Eindhoven

Er zijn voor een ander is het mooiste dat er is

Toch kun je soms niet de aandacht geven die iemand verdient, door bijvoorbeeld tijdgebrek. Of door iemands schaamte of angst. Daarom zoeken we samen naar kansen en oplossingen om klanten zich minder patiënt te laten voelen. En meer mens.