Liegen van een puber

Lachende tiener op bed luistert naar muiziek
Opvoedkwesties

Hoe doorbreek je het liegen van je puber?

DE VRAAG

Onze zoon (16) liegt over van alles, maar vooral over zijn diabetes. Zodra we hem hierop aanspreken, wordt hij boos. Hoe kunnen we het tij keren?

HET ANTWOORD

‘Waarom heb je gelogen? Waarom heb je dat niet verteld?’ Ouders voelen zich bedonderd als hun kind tegen ze liegt en dit roept een boze reactie op. Begrijpelijk, want het is pijnlijk om te ontdekken dat je kind niet eerlijk is. Het is goed om je puber hierop aan te spreken. Heeft dit niet het gewenste effect? Dan is het belangrijk om een andere benadering te kiezen zodat je niet in een vicieuze cirkel van verwijten en verwijdering terechtkomt. Boos worden heeft vaak geen zin.

Volwassenen hebben de neiging om de schuld bij het kind te leggen als het liegt. Toch is het zinvol om bij jezelf te rade te gaan als dit vaak voorkomt. Waarom vertelt het kind niet de waarheid? Voelt het zich niet veilig? Wat is hieraan voorafgegaan? Niet iedere leugen is uit kwade wil. Misschien liegt het kind omdat het niet aan jullie verwachtingen kan voldoen? Misschien wil hij jullie niet teleurstellen? Ouders van kinderen met diabetes focussen vaak te veel op de glucosewaarden en alle leefregels rondom diabetes. Dit is een veelvoorkomende valkuil en kan de balans tussen zorgzaamheid en overrulen verstoren.

Maar wat doe je als je puber liegt over het bolussen, zijn voeding en afwijkende glucosewaarden? Natuurlijk baart dit je zorgen. Je primaire boze reactie: ‘ik wil dat je je aan de leefregels houdt’, zorgt vaak voor nog meer verwijdering. Het is effectiever om het over een andere boeg te gooien. Vraag je af: waarom houdt je kind zich niet meer aan de afspraken? Wat levert dat hem op? Onderzoek dit en ga erover in gesprek. Stel vragen: vind je het moeilijk om te bolussen als je vrienden erbij zijn? Eten al je vrienden fastfood in de pauze? Of vind je het vervelend dat we je glucosewaarden steeds beoordelen?

Nog een tip. Ouders van kinderen met diabetes zien vaak de dingen die niet goed gaan, terwijl er veel wel goed gaat. Het helpt om je op de goede dingen te focussen en gewenst gedrag van je kind te benoemen. Bijvoorbeeld: ‘hé, je hebt gebolust.’ Kinderen leren veel van de bevestigingen die ze krijgen. Dat is vaak effectiever op de lange termijn dan continu hameren op de dingen die niet goed gaan. Dit alles vraagt om een andere benadering van ouders en dat lukt niet van de een op de andere dag. Het vergt oefening. Als je hier een open communicatie met je puber voor terugkrijgt, is het zeker de moeite waard.

Tekst: Irene Seignette 

 

Marina van der Wal

Marina van der Wal

Opvoeddeskundige

 Marinavanderwal.nl