Tips over prikpennen
Handige tips voor het gebruik van prikpennen
- Was voor het prikken uw handen met warm water en wrijf ze goed droog. U heeft dan schone handen en stimuleert bovendien de bloedsomloop.
- U heeft maar een kleine bloeddruppel nodig. Begin daarom altijd met een kleine prikdiepte om de pijn tot het minimum te beperken.
- Plaats de prikpen stevig tegen de zijkant van uw vingertop voor het prikken, dit geeft minder pijn.
- Verwijder de lancet altijd uit het prikapparaat na de test om prikongevallen te voorkomen.
- Heeft u een verminderde handfunctie? Overweeg dan een prikpen die de lancet automatisch uitwerpt na gebruik.
Veelgestelde vragen
Waar kan ik het beste prikken?
Om een goede bloeddruppel te krijgen, kunt u het beste de middelvinger, de ringvinger of de pink van beide handen gebruiken. Prik niet bovenop de vingertop want daar zitten de meeste tastzintuigen. Dit is pijnlijker. Aan de zijkanten van de vingertoppen kunt u wel prikken. Voor het behoud van uw vingers is het goed om af te wisselen tussen de linker- en rechterkant van de vingertoppen. Neem ook iedere keer een andere vinger. U kunt beter niet in uw duim en wijsvinger prikken. Als u iets oppakt, doet u dat namelijk met deze vingers.
Hoe weet ik wat de juiste prikdiepte van mijn prikpen is?
Vrijwel alle prikpennen hebben meerdere prikdieptes, variërend van 6 tot 11 prikdieptes. U kunt zelf selecteren welke prikdiepte u gebruikt. Hoe lager de prikdiepte, hoe minder diep u prikt. In het begin is het even uitproberen welke prikdiepte voor u geschikt is. Dit is onder meer afhankelijk van uw bloedsomloop. Maar ook de temperatuur speelt een rol. Koude vingers geven doorgaans minder makkelijk een goede bloeddruppel. Uw bloedglucosemeter heeft maar een hele kleine bloeddruppel nodig om uw suiker te testen. Begin daarom met een lage prikdiepte om onnodige pijn te voorkomen.
Hoe vaak mag ik een nieuwe prikpen bestellen?
De meeste zorgverzekeraars vergoeden maximaal één prikpen per twee jaar. U kunt dus eens per twee jaar een nieuwe prikpen bestellen. Gaat uw prikpen tussentijds kapot, dan komt u eerder in aanmerking voor een nieuwe prikpen.
Om een goede bloeddruppel te krijgen, kunt u het beste de middelvinger, de ringvinger of de pink van beide handen gebruiken. Prik niet bovenop de vingertop want daar zitten de meeste tastzintuigen. Dit is pijnlijker. Aan de zijkanten van de vingertoppen kunt u wel prikken. Voor het behoud van uw vingers is het goed om af te wisselen tussen de linker- en rechterkant van de vingertoppen. Neem ook iedere keer een andere vinger. U kunt beter niet in uw duim en wijsvinger prikken. Als u iets oppakt, doet u dat namelijk met deze vingers.
Hoe weet ik wat de juiste prikdiepte van mijn prikpen is?
Vrijwel alle prikpennen hebben meerdere prikdieptes, variërend van 6 tot 11 prikdieptes. U kunt zelf selecteren welke prikdiepte u gebruikt. Hoe lager de prikdiepte, hoe minder diep u prikt. In het begin is het even uitproberen welke prikdiepte voor u geschikt is. Dit is onder meer afhankelijk van uw bloedsomloop. Maar ook de temperatuur speelt een rol. Koude vingers geven doorgaans minder makkelijk een goede bloeddruppel. Uw bloedglucosemeter heeft maar een hele kleine bloeddruppel nodig om uw suiker te testen. Begin daarom met een lage prikdiepte om onnodige pijn te voorkomen.
Hoe vaak mag ik een nieuwe prikpen bestellen?
De meeste zorgverzekeraars vergoeden maximaal één prikpen per twee jaar. U kunt dus eens per twee jaar een nieuwe prikpen bestellen. Gaat uw prikpen tussentijds kapot, dan komt u eerder in aanmerking voor een nieuwe prikpen.
Is AST, prikken op een andere plek, iets voor mij?
Vindt u het moeilijk om in uw vinger te prikken, dan is AST (Alternative Site Testing) wellicht iets voor u. Dit betekent dat u op een andere plaats prikt dan in uw vinger, bijvoorbeeld in de muis van uw hand, arm of been. In laboratoria van ziekenhuizen is geconstateerd dat waarden geprikt in de muis van de hand en het dikke deel onder de pink overeenkomen met de waarden van een vingerprik. Kiest u ervoor om in uw arm of been te prikken, dan meet u de bloedglucosewaarde van een uur daarvoor. Dit komt omdat de bloeddoorstroming in de armen en benen minder goed is. Daarom moet u voor een nuchtere glucosewaarde of bij acute situaties, bijvoorbeeld bij een dreigende hypo, altijd in een vinger prikken. AST kan een uitkomst zijn voor mensen die halfzijdig verlamd zijn of voor mensen die hun vingers voor hun werk nodig hebben, bijvoorbeeld muzikanten, koks of hoveniers. Overleg altijd met zorgprofessional als u AST overweegt.
Waarom kan ik mijn glucosewaarde van een vingerprik niet altijd vergelijken met die uit het ziekenhuis?
In het ziekenhuis meten ze uw glucosewaarde in het bloedplasma verkregen uit bloed dat ze uit uw arm hebben afgenomen. Als u zelf uw bloedsuiker test, doet u dit met zogeheten capillair volbloed, oftewel met de bloeddruppel uit uw vinger. Omdat deze meetmethoden van elkaar verschillen, kunnen de uitslagen niet zomaar met elkaar vergeleken worden. Echter, tegenwoordig zijn steeds meer teststrips van bloedglucosemeters plasma gekalibreerd, dat wil zeggen dat uw meter de glucosewaarde automatisch omrekent naar de waarde zoals deze in het ziekenhuis wordt gemeten in het bloedplasma. In dat geval is de testuitslag van uw vingerprik vergelijkbaar met die van uit het ziekenhuis. Of uw teststrips plasma gekalibreerd zijn, leest u in de bijsluiter van uw glucosemeter.
Vindt u het moeilijk om in uw vinger te prikken, dan is AST (Alternative Site Testing) wellicht iets voor u. Dit betekent dat u op een andere plaats prikt dan in uw vinger, bijvoorbeeld in de muis van uw hand, arm of been. In laboratoria van ziekenhuizen is geconstateerd dat waarden geprikt in de muis van de hand en het dikke deel onder de pink overeenkomen met de waarden van een vingerprik. Kiest u ervoor om in uw arm of been te prikken, dan meet u de bloedglucosewaarde van een uur daarvoor. Dit komt omdat de bloeddoorstroming in de armen en benen minder goed is. Daarom moet u voor een nuchtere glucosewaarde of bij acute situaties, bijvoorbeeld bij een dreigende hypo, altijd in een vinger prikken. AST kan een uitkomst zijn voor mensen die halfzijdig verlamd zijn of voor mensen die hun vingers voor hun werk nodig hebben, bijvoorbeeld muzikanten, koks of hoveniers. Overleg altijd met zorgprofessional als u AST overweegt.
Waarom kan ik mijn glucosewaarde van een vingerprik niet altijd vergelijken met die uit het ziekenhuis?
In het ziekenhuis meten ze uw glucosewaarde in het bloedplasma verkregen uit bloed dat ze uit uw arm hebben afgenomen. Als u zelf uw bloedsuiker test, doet u dit met zogeheten capillair volbloed, oftewel met de bloeddruppel uit uw vinger. Omdat deze meetmethoden van elkaar verschillen, kunnen de uitslagen niet zomaar met elkaar vergeleken worden. Echter, tegenwoordig zijn steeds meer teststrips van bloedglucosemeters plasma gekalibreerd, dat wil zeggen dat uw meter de glucosewaarde automatisch omrekent naar de waarde zoals deze in het ziekenhuis wordt gemeten in het bloedplasma. In dat geval is de testuitslag van uw vingerprik vergelijkbaar met die van uit het ziekenhuis. Of uw teststrips plasma gekalibreerd zijn, leest u in de bijsluiter van uw glucosemeter.