Uit eten met diabetes. Hoe pakt u dat aan?

Vrouw met diabetes gaat voor het eerst weer uit eten

Heeft u al buiten de deur gegeten sinds u diabetes heeft?

In het begin is uit eten gaan vaak even puzzelen. Hoeveel koolhydraten zullen de gerechten en drankjes bevatten, wanneer worden ze uitgeserveerd en bent u in de gelegenheid om insuline toe te dienen aan tafel? Met deze tips maakt u het zichzelf een beetje makkelijker.

8 praktische tips over uit eten met diabetes

  1. Waarschijnlijk gaat u niet dagelijks uit eten. Probeer daarom vooral te genieten en wat minder streng te zijn op uw bloedglucosewaarden. Een enkele keer wat hogere waarden is niet zo erg.
  2. Van veel restaurants kunt u de menukaart vooraf online bekijken. Dan kunt u alvast beslissen wat u wilt eten, een inschatting maken van de koolhydraten en de hoeveelheid insuline die u hiervoor nodig zou hebben. 
  3. U wilt natuurlijk voorkomen dat u een hypo krijgt in het restaurant. Wacht daarom met het bolussen of het injecteren van insuline tot het moment dat het hoofdgerecht wordt geserveerd. In een restaurant is het immers vaak moeilijk in te schatten wanneer u de maaltijd krijgt. Bovendien kunt u de portiegrootte dan beter inschatten. 
  4. Heeft u ook een voorgerecht besteld? Vaak hoeft u hiervoor geen insuline toe te dienen omdat deze gerechten meestal geen of weinig koolhydraten bevatten, tenzij u een voorafje neemt met veel brood. Wij adviseren u een voorafje te nemen in de vorm van salade, vlees of een heldere soep.
  5. Gebruikt u een insulinepomp, dan kunt u meestal via de pomp of smartphone vrijwel ongezien bolussen aan tafel. Met een insulinepen is dit lastiger. Dan is het heel persoonlijk of u de insuline toedient aan tafel of wellicht in de toiletruimtes. Dit zal ook afhangen van het gezelschap met wie u bent. Kies voor de manier waarbij u zich het prettigste voelt. Spuit u aan tafel, dan zult u merken dat het uw tafelgenoten meestal niet eens opvalt. Injecteert u de insuline wanneer u in de toiletruimte bent, dan is een compact tasje met uw diabetesspullen handig. U kunt deze wellicht ophangen of op uw schoot leggen, zodat alles schoon blijft. 
  6. Drinkt u graag wijn of een ander alcoholisch drankje bij het eten? Dan is het goed om te weten dat alcohol een bloedglucoseverlagend effect heeft. Eerst stijgen uw bloedsuikers door de koolhydraten die in het drankje zitten. Een tijdje later dalen de waarden als gevolg van de alcohol. Dit kan uren later zijn. Hoe snel dat gaat, verschilt per persoon en is ook afhankelijk van hoeveel u heeft gegeten en gedronken. Normale hoeveelheden alcohol (éen à twee glazen) tijdens een maaltijd leiden zelden tot een probleem. Drinkt u meer, dan kan dat later, vaak in de nacht, resulteren in een hypo. Controleer uw glucosewaarde dan extra voordat u naar bed gaat en ga met iets hogere waarden slapen. Wees in deze situaties wat voorzichtig met het corrigeren van hoge bloedsuikers met insuline. Uw diabetesverpleegkundige kan hierover meer vertellen.
  7. Heeft u de kans, ga dan met de fiets of wandelend naar het restaurant. Dat is altijd goed voor uw glucosewaarden.
  8. Nogmaals, wees niet te streng voor uzelf als u buiten de deur eet. Genieten staat voorop. Het zijn de kleine dingen die kunnen helpen om uw glucosewaarden in balans te houden: een glas water in plaats van een glas vruchtensap, extra groenten in plaats van extra frietjes of witte rijst, een glas droge witte wijn in plaats van een cocktail en een volkorenbroodje in plaats van wit stokbrood. 
Eet smakelijk en geniet.