Acute wonden

Wonden beginnen altijd als een acute (verse) wond en genezen vanzelf, maar er kunnen factoren zijn die de genezing belemmeren. Daardoor kunnen wonden in hun genezing (ernstige) vertraging oplopen of zelfs stagneren. Op zo’n moment zou een acute wond een complexe wond kunnen worden.
Voorbeelden van acute wonden zijn schaafwonden, snijwonden, blaren, brandwonden, maar ook neusbloedingen en chirurgische wonden behoren tot acute wonden.

Soorten wonden

  • Bijtwond

    Bijtwonden mogen niet onderschat worden. Zo bevat het menselijk speeksel veel bacteriën en andere organismen welke ernstige infecties kunnen veroorzaken. Kattenbeten kunnen soms dieper zijn dan dat verwacht wordt door de puntvormige wondjes. Hierdoor kunnen diepere structuren beschadigd raken.

    Behandeling bijtwond

    1. Reinigen
      Bijtwonden zijn altijd gecontamineerd (besmet met bacteriën) dus een grondige reiniging door het spoelen met kraanwater, fysiologisch zout of een licht desinfecterend middel is essentieel. Gebruik hiervoor een ontsmettingsmiddel, jodium of Mesitran honinggel. Grotere bijtwonden of bijtwonden in het gelaat moeten soms gehecht worden, hoewel dit bij een grote kans op infectie niet altijd verstandig is.
    2. Verbinden
      Breng eerst Mesitran honinggel aan om bacteriën te doden en het gevaar op infectie te minimaliseren. Dek de bijtwond af met een niet verklevend zalfkompres (Klinitulle) en verbind de wond afhankelijk van de locatie met een Klinifix fixatiewindsel (Hydrolast of Cohesive 4cm breed) of een wondpleister (Kliniplast Comfort).

    Behandeltips bij een bijtwond

    • Verwissel het verband dagelijks of op indicatie van de arts.
    • Inspecteer de wond op ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte, zwelling, pijn en functieverlies. Raadpleeg de huisarts bij koorts of als de wond gaat infecteren.
    • Als de gewonde de laatste 5 jaar geen tetanusvaccinatie heeft gehad, is het aan te bevelen om met de huisarts te overleggen of dat een nieuwe vaccinatie nodig is. In sommige gevallen is het noodzakelijk om preventief antibiotica te starten. Overleg daarom bij een bijtwond met de huisarts.
  • Blaren

    De meeste blaren ontstaan door wrijving van bijvoorbeeld schoeisel. Blaren kunnen echter ook andere oorzaken hebben hitte (brandblaren) of doorliggen. De behandeling van een blaar is dan ook afhankelijk van de oorzaak. Overleg met een arts wanneer de blaren zijn ontstaan door hitte (brandblaren) of doorliggen of wanneer u diabetes heeft. Deze verwondingen hebben veelal extra behandeling nodig.

    Behandeling blaren

    Behandeling gesloten blaar

    Een gesloten blaar, zonder pijn, kun je beschermen met bijvoorbeeld een blarenpleister of een dunne wondpleister (Kliniplast Soft of Kliniplast Comfort). Laat een gesloten blaar bij voorkeur dicht. Dit in verband met infectiegevaar. De blaar is dan goed afgedekt en geneest vanzelf.

    Behandeling open blaar

    Een open blaar wordt behandeld als een open wondje. Breng eerst een bacteriedodende wondgel (Mesitran Soft) aan om eventuele infectie te voorkomen en de genezing van het wondje te stimuleren. Dek het wondje af met een dunne wondpleister (Kliniplast Comfort).

    Behandeltips bij blaren

    • Verwissel de wondpleister elke dag. Inspecteer de wond op ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte, zwelling, pijn en functieverlies. Raadpleeg de huisarts bij koorts of als het ontstane wondje gaat infecteren.
    • Een blarenpleister hoeft pas verwisseld te worden wanneer deze voor 3/4e verzadigd is. De gellerende werking van deze pleister versnelt de wondgenezing.
  • Brandwond

    Men spreekt over brandwonden wanneer 1 of meerdere huidlagen beschadigd zijn als gevolg van hete vloeistoffen, contact met hete oppervlakken, vuur, ultraviolette/infrarode straling, radioactiviteit, elektriciteit of chemische middelen (WHO 2004). De ernst van de brandwond wordt mede bepaald door de grootte en de diepte van de brandwond. De grootte van de brandwond wordt uitgedrukt in het percentage Totaal Verbrand Lichaams Oppervlak (TVLO).  De diepte van de brandwond hangt af van de huidlagen die beschadigd zijn: Classificatie van brandwonddiepte met bijbehorende kenmerken (gebaseerd op EMSB 2015, Tempelman 2008).

    Behandeling brandwonden

    Verlenen van eerste hulp bij brandwonden

    (Bron: NHG standaard)

    Als de verbranding nog gaande is:

    • Doof vlammen en brandende kleding van de patiënt door de patiënt over de grond te rollen of af te dekken met een blusdeken, een stevig niet-synthetisch kleed of textiel. Werk van het gezicht naar de voeten.
    • Schakel indien mogelijk de elektriciteit uit of verbreek het contact (met een niet-geleidend voorwerp zoals een stok) tussen de patiënt en de elektriciteitsbron.
    • Verwijder natte, hete of verontreinigde kleding (tenzij dit is vastgeplakt aan de wond).
    • Spoel bij een chemisch agens indien mogelijk de wond 45 tot 60 minuten of het oog 10 tot 20 minuten met ruim kraanwater. (Raadpleeg bij een onbekend product of onduidelijkheid hoe te behandelen het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum).

    Vervolgens:

    Koel indien mogelijk de (niet-chemische) brandwond direct gedurende 10 tot 20 minuten bij voorkeur met stromend kraanwater (van ca. 15 °C tot 30 °C) tenzij dit andere interventies in de weg staat. Pas de temperatuur aan tot wat de patiënt als prettig ervaart, maar vermijd bij een groot oppervlak het koelen met koud water om het risico op hypothermie te voorkomen. Overweeg tot 3 uur na verbranding te starten met koelen indien dit de pijn verlicht.

    Overleg met een arts bij:

    • Een mogelijk diepe tweede- of derdegraads brandwond (blaren, wond met witte of gele verkleuring) of brandwonden met een oppervlak van een halve hand van degene die zich heeft verbrand of groter);
    • Brandwonden in gezicht, op handen, voeten, perineum of geslachtsdelen en rondom bewegende delen;
    • Twijfel over de aard en ernst van de verbranding, vooral bij een baby of kleuter;
    • Kans is op ademhalingsmoeilijkheden door het inademen van rook of hete gassen;
    • Verbrandingen veroorzaakt door electriciteit of bijtende stoffen.

    Wees vooral bij kinderen alert op een brandwond door mishandeling of verwaarlozing.

    Verbinden van een brandwond

    Bij tweede- en derdegraads brandwonden is er sprake van een wond (de huid is kapot) en de brandwond moet daarom worden afgedekt. Dit geldt ook voor blaren die nog intact zijn. Dek bij voorkeur af met een niet verklevend steriel verband zoals een metalline verband (Alupad) of een zalfkompres (Klinitulle). Combineer dit met antibacteriële wondgel (Mesitran Soft) om infectie te voorkomen. Een hydrogel honingverband (Mesitran) is een kant en klare oplossing, die bovendien zorgt voor een verkoelend effect. Fixeer het kompres of verband met een elastisch hydrofiel windsel (Klinifix Hydrolast) of een op zichzelf klevende zwachtel (Klinifix Cohesive). Indien er geen verbandmaterialen aanwezig zijn: dek de wond af met plastic huishoudfolie (om afknelling te voorkomen losjes aanbrengen en niet strak om het lichaamsdeel wikkelen) of een schone doek waarna een arts geconsulteerd kan worden.

  • Chirurgische wond

    Een chirurgische wond is een steriele wond die een chirurg (bewust) heeft gemaakt om te opereren. In de meeste gevallen wordt de huid hierna volledig gesloten met behulp van hechtingen, nietjes, zwaluwstaartjes etc. Ondanks dat de wond volledig gesloten is kan het zijn dat deze nog een aantal dagen wondvocht blijft nalekken.

    Behandeling chirurgische wond

    Afhankelijk van de locatie van de incisie (insnede van de huid) wordt deze afgeplakt met een nonwoven eilandpleister (Kliniplast Border) of een waterdichte eilandpleister (Kliniderm Film Pad) waar mee gedoucht kan worden. Beide pleisters zijn in diverse lengtes leverbaar is. Om eventuele postoperatieve wondinfecties te voorkomen, is het aan te raden de incisie in te smeren met Mesitran antibacteriële wondgel.

    Behandeltips bij chirurgische wond

    Raadpleeg een arts wanneer er tekenen van infectie rondom de incisie zichtbaar zijn. Kenmerken hiervan zijn roodheid, pijn, zwelling en warmte. Wanneer er geen wondvocht meer uit de wond komt en wanneer de huid rustig oogt, is een pleister niet meer noodzakelijk.

  • Neusbloeding of bloedneus

    Een neusbloeding of bloedneus is een vervelende aandoening. Zelfs bij een geringe bloeding, gaat het om een enorme hoeveelheid bloed. Meestal gaat het om een aderlijke bloeding van een klein bloedvaatje in het neusslijmvlies. Een neusbloeding is bijna altijd onschuldig. Bij kinderen en jonge volwassenen bloedt er meestal een vaatje vóór op het neustussenschot. Bij ouderen bloedt er ook wel eens een bloedvaatje achter/boven in de neus, zodat er vooral bloed achter in de keel loopt (en bijna niets voor uit de neus). De meeste neusbloedingen (meer dan 75%) ontstaan zonder duidelijke oorzaak; in 25% van de gevallen zijn er één of meerdere oorzaken aan te wijzen zoals korstjes die losraken door krabben of doordat de neus hard wordt gesnoten. Oorzaken kunnen ook zijn een ongeluk van de neus (klap, stoten) of beschadiging van het neusslijmvlies (bijvoorbeeld door medicijnen die in de neus worden geneveld), verhoogde bloeddruk of het gebruik van bloedverdunners. 's Winters, als er veel mensen verkouden zijn, komen neusbloedingen vaker voor; de verkoudheden veroorzaken eveneens uitdroging en ontsteking van het neusslijmvlies.

    Behandeling neusbloeding

    Meestal is een neusbloeding niet erg en gaat vanzelf of met behulp van eenvoudige maatregelen over.

    • Ga rustig rechtop zitten met het hoofd licht naar voren gebogen (in de schrijfhouding) en adem rustig door uw mond;
    • Snuit de neus een keer goed uit;
    • Druk de neusvleugels tegen het neustussenschot, vlak onder het neusbeen, goed dicht gedurende tien minuten (let goed op de tijd);
    • Herhaal deze procedure een tweede keer, indien het niet voldoende effect geeft;
    • Plaats, indien beschikbaar, een speciale neustampon (Klinispon Noseplug) in de neus. Deze zwelt op en heeft een stollende werking;
    • Door deze handelingen ontstaat er een bloedstolsel waardoor de bloeding stopt.

    Overleg met de huisarts indien de neusbloeding niet stopt.

  • Schaafwond

    Een schaafwond is een verbreking van de continuïteit van de huid waarbij ten minste een deel van de opperhuid door de schurende werking is verdwenen. Vaak ontstaat een schaafwond bij een val op een ruwe ondergrond waarbij de huid onder druk over dit oppervlak is geschoven. Bij diepere schaafwonden kunnen ook de lederhuid of diepere structuren zijn beschadigd of verdwenen.

    Behandeling schaafwond

    1. Reinigen
      Een gewone schaafwond, waarbij de huid niet over de hele dikte is verdwenen, kan men het beste onder de kraan schoonmaken en alle zichtbare vuil met water wegspoelen. Dit om het infectierisico zo klein mogelijk te maken. Gebruik eventueel een washandje en wat zeep om de plaats rond de wond te reinigen en veeg dan voorzichtig het vuil van binnen naar buiten de wond. Is er geen water bij de hand, laat de wond dan even goed doorbloeden om zo het vuil eruit te verwijderen. Desinfecteer de wond met een ontsmettingsmiddel, jodium of Mesitran honinggel. Dit kan een vervelende infectie voorkomen.
    2. Verbinden
      Dek een schaafwond bij voorkeur af met een niet verklevend wondkompres om te voorkomen dat het verband aan de wond kleeft en er zo bij een verbandwissel nieuw gevormd weefsel wordt losgetrokken. Door eerst Mesitran honinggel op de wond aan te brengen wordt verkleving ook voorkomen. Een geschikte wondbedekker is bijvoorbeeld een Klinitulle zalfkompres, afgedekt met een nonwoven kompres.

      Ook kan direct op de wond een niet verklevend kompres zoals de Novopad of de Alupad geplaatst worden. Het wondkompres wordt vastgezet met een hechtpleister (Kliniplast NW) en kan extra gefixeerd worden met een windsel (Klinifix Hydrolast) om verschuiven te voorkomen. Een op zichzelf klevend windsel (Klinifix Cohesive) verdient de voorkeur op lastig te verbinden lichaamsdelen zoals bijvoorbeeld het hoofd of een elleboog omdat dit windsel niet snel verschuift. Een snelle mogelijkheid is een kant-en-klare eilandpleister (Kliniplast Border (wit) of Kliniplast Comfort (huidskleur) waarbij gelet moet worden op de juiste maat wondkussen, zodat de wond volledig afgedekt wordt.

    Behandeltips bij een schaafwond

    • Verwissel het verband dagelijks.
    • Inspecteer de wond op ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte, zwelling, pijn en functieverlies. Raadpleeg de huisarts bij koorts of als de wond gaat infecteren.
    • Als de gewonde de laatste 5 jaar geen tetanusvaccinatie heeft gehad, en er is sprake van straatvuil in de wond, is het aan te bevelen er een bij de huisarts te halen.
  • Snijwond

    Een snijwond is 1 van de meest voorkomende verwondingen. In de meeste gevallen ontstaat deze door een ongeval met een mes, glas of een ander scherp voorwerp. Kleine, ondiepe snijwonden kunt u thuis zelf behandelen. Bij diepere snijwonden kunt u het best overleggen met een arts of laten beoordelen op een spoedeisende hulp. Dit omdat mogelijk diepere structuren zoals een spier, zenuw of pees onder de huid beschadigd kunnen zijn.

    Behandeling snijwond

    1. Reinigen
      Vooral bij diepere snijwonden is het schoonmaken van de wond van groot belang om zo infectierisico te minimaliseren Spoel de wond goed door met stromend lauw kraanwater en als er geen water bij de hand is, laat de wond dan even goed doorbloeden. Desinfecteer de wond met een ontsmettingsmiddel, jodium of Mesitran honinggel. Dit kan wat prikken, maar voorkomt een veel vervelender infectie.
    2. Verbinden
      Dek een oppervlakkige snijwond bij voorkeur af met een niet verklevend wondkompres om te voorkomen dat het verband aan de wond kleeft en er zo bij een verbandwissel nieuw gevormd weefsel wordt losgetrokken. Door eerst wat Mesitran honinggel op de wond aan te brengen wordt verkleving voorkomen en het gevaar op infectie geminimaliseerd. Gebruik bij wijkende wondranden zwaluwstaartjes of reepjes smalle hechtpleister (Kliniplast Silk) om deze naar elkaar toe te krijgen voor een mooiere wondgenezing. Hierbij dient er altijd iets ruimte te blijven tussen de aangebrachte zwaluwstaartjes zodat eventueel overtollig wondvocht weg kan.

      Een geschikte wondbedekker is bijvoorbeeld een Klinitulle zalfkompres, afgedekt met een nonwoven kompres. Ook kan direct op de wond een niet verklevend kompres zoals de Novopad of de Alupad geplaatst worden. Het wondkompres wordt vastgezet met een hechtpleister (Kliniplast NW) en kan extra gefixeerd worden met een windsel (Klinifix Hydrolast) om verschuiven te voorkomen. Een snelle mogelijkheid is een kant-en-klare eilandpleister (Kliniplast Border (wit) of Kliniplast Comfort (huidskleur) waarbij gelet moet worden op de juiste maat wondkussen, zodat de wond volledig afgedekt wordt.

    Behandeltips bij snijwonden

    • Leg bij een diepe, flink bloedende snijwond een wonddrukverband aan om het bloeden te stelpen en leg het aangedane lichaamsdeel omhoog. Overleg met een arts wanneer het bloeden niet stopt.
    • Verwissel het verband dagelijks.
    • Inspecteer de wond op ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte, zwelling, pijn en functieverlies. Raadpleeg de huisarts bij koorts of als de wond gaat infecteren.
    • Raadpleeg een arts bij een diepe of grote snijwond, bij flink bloedverlies of als de wondranden ver uit elkaar staan. De wond moet dan binnen 6 uur gehecht worden.
    • Als de gewonde de laatste 5 jaar geen tetanusvaccinatie heeft gehad, en er is sprake van straatvuil in de wond, is het aan te bevelen om met de huisarts te overleggen of dat een nieuwe vaccinatie nodig is.
  • Vingertopletsel

    Een topletsel ontstaat aan het topje van een of meerdere vingers. Het topje van de vinger is gedeeltelijk of geheel beschadigd. Er zijn verschillende soorten vingertopletsels zoals bijvoorbeeld: ´crush’ letsel (waarbij de vinger bijvoorbeeld tussen een deur is gekomen) en ‘scherp’ letsel (waarbij er bijvoorbeeld met een mes een snede in de vingertop is gemaakt).

    Letsel aan de vingertop geeft vaak functionele en cosmetische klachten. Tevens kunnen er door het trauma onderliggende structuren beschadigd zijn. Het is daarom aan te raden om bij topletsel te overleggen met een arts.

    Behandeling vingertopletsel

    1. Reinigen
      Spoel de vingerwond goed door met stromend lauw kraanwater en als er geen water bij de hand is, laat de wond dan even goed doorbloeden. Desinfecteer de wond met een ontsmettingsmiddel, jodium of Mesitran honinggel. Dit kan wat prikken, maar voorkomt een veel vervelender infectie
    2. Verbinden
      Verbind een vingertop met een Klinitulle vetgaas, wat eenvoudig rondom de vinger te winden is. Breng eerst wat Mesitran honinggel aan om verkleving aan de wond te voorkomen en het gevaar op infectie te minimaliseren. Een wond aan een vingertop is heel gevoelig. Verbind de vinger daarom stevig met een Klinifix fixatiewindsel (Hydrolast of Cohesive 4cm breed).

    Behandeltips bij vingertopletsel

    • Verwissel het verband dagelijks of op indicatie van de arts.
    • Inspecteer de wond op ontstekingsverschijnselen zoals roodheid, warmte, zwelling, pijn en functieverlies. Raadpleeg de huisarts bij koorts of als de wond gaat infecteren.
    • Als de gewonde de laatste 5 jaar geen tetanusvaccinatie heeft gehad, en er is sprake van straatvuil in de wond, is het aan te bevelen om met de huisarts te overleggen of dat een nieuwe vaccinatie nodig is.
Wondverpleegkundige helpt patiënt

Wondzorg Kenniscentrum

Een complexe wond hebben is een serieuze, maar vooral een vervelende, aandoening. Gelukkig kunt u een snellere genezing bevorderen door goed de adviezen op te volgen. Ook kunt u dingen doen die ervoor zorgen dat de kans kleiner wordt dat u in de toekomst nieuwe wonden krijgt. In ons Wondzorg Kenniscentrum vindt u alle informatie die u kan helpen bij uw herstel.