Tips over infuussets

Tips voor het gebruik van infuussets

  1. Vervang de infusieset om de twee à drie dagen om verstoppingen te voorkomen.
  2. Controleer na vervanging van het infuusslangetje uw bloedglucose altijd binnen twee uur. Dan weet u zeker dat deze goed zit. Vervang daarom uw infuusset niet vlak voor het slapen.
  3. U kunt verschillende slanglengtes door elkaar gebruiken. Hierdoor bent u flexibeler, bijvoorbeeld wanneer u zomerkleding draagt.
  4. Heeft u onverklaarbare hoge glucosewaarden? Controleer of het infusienaaldje verstopt zit of het slangetje beklemd is.
  5. Pijn bij het inbrengen van de infusieset? Met een ijsklontje kunt u de huid tijdelijk verdoven tijdens het inbrengen.
  6. Wilt u liever een pomp zonder slangetje? Overweeg dan een patchpomp.

Veelgestelde vragen

Hoe lang is het slangetje van de infusieset?
Alle infusiesets zijn er in verschillende slanglengtes, van 20 cm tot 110 cm. Mannen dragen hun insulinepomp vaak in het zakje van hun overhemd en hebben daardoor een wat langere slanglengte nodig. Pompgebruikers die de pomp aan een buikband vastkoppelen, kunnen volstaan met een korter slangetje, net als kleine kinderen. Zij hebben de naald meestal ingebracht in hun bovenbil en dragen de pomp aan een buikband en kunnen daardoor een korte slang gebruiken van 20 of hooguit 30 cm.

Wat is het verschil tussen een metalen- en een teflonnaaldje?
Sommige mensen geven de voorkeur aan een metalen naaldje dat loodrecht ingebracht kan worden. De meeste pompgebruikers kiezen voor een teflonnaaldje, omdat teflon meebeweegt met het lichaam: dit naaldje is nauwelijks voelbaar en de kans op huidirritaties is klein. Deze kunt u met de hand inbrengen of met een hulpmiddel, de zogenoemde inserter. Wanneer de infusieset geplaatst is, trekt u het metalen naaldje dat in het teflonlaagje zit terug uit de canule. Alleen de tefloncanule blijft dan achter in het onderhuidse weefsel.


Kan ik de pomp ook tijdelijk afdoen?
De meeste pompen, afgezien van een patchpomp (pomp zonder slangetje), kunt u tijdelijk afkoppelen. Het naaldje met de pleister blijft dan zitten. U kunt de pomp voor een korte tijd afkoppelen, bijvoorbeeld bij zwemmen, douchen of vrijen, maar ook voor langere tijd zoals tijdens een zonvakantie. De tijd van het ‘kortdurend’ afkoppelen is voor iedereen anders. Gemiddeld kan de pomp twee tot drie uur afgekoppeld worden, maar overleg dit met uw zorgprofessional. Wanneer u de pomp langdurend wilt afkoppelen, kunt u tijdelijk een insulinepen gebruiken.