Externe katheters

Externe katheters: onder voorwaarden een perfecte oplossing
In juni van dit jaar werd de nieuwe Nederlandse richtlijn ‘Externe katheters bij volwassen mannen’ gepubliceerd. De beroepsvereniging van continentieverpleegkundigen en -verzorgenden (V&VN CV&V) vertaalde hem uit het Engels en bracht hem up-to-date. We vragen bestuurslid Thessa Segeren, naar de ins en outs.
Naast een vertaling is de richtlijn ‘Externe katheters bij volwassen mannen’ ook herzien. Waarom?
“De European Association of Urology Nurses (EAUN) heeft deze Europese richtlijn in 2016 uitgebracht. Daarin werden bedrijven genoemd die inmiddels niet meer actief zijn op het gebied van continentiezorg. Tegelijkertijd hebben we ook producten die sindsdien van de markt zijn verdwenen eruit gehaald. Vakinhoudelijk is ten aanzien van de richtlijn niets gewijzigd.”
Het inzetten van een externe katheter is nog niet zo vanzelfsprekend. Zou het aantal toepassingen door de beschikbaarheid van de Nederlandse richtlijn kunnen stijgen?
“Het percentage van toepassing schat ik in rond 10 procent. En ja, dat kan zeker iets stijgen. Tenminste: als zorgverleners en hun patiënten goed weten hoe zij de externe katheter moeten aanbrengen en welke verschillende uitvoeringen en maatvoeringen verkrijgbaar zijn. Maar externe katheters zullen nooit een toepassingspercentage van - laten we zeggen - 50 procent bereiken.”
Is de toename van het gebruik niet juist een mooi streven?
“Dat vind ik een gevaarlijke aanname. De externe katheter vergt een bepaalde inspanning van degene die hem aanbiedt, zoals de continentieverpleegkundige, de wijkverpleegkundige of een huisarts. Minuscule verschillen bepalen het slagen of falen van een toepassing, daar kan 1 mm diameter verschil in zitten. Gemiddeld heeft een patiënt wel twee weken nodig om samen met z’n zorgverlener het juiste merk en de juiste maat te zoeken, en de kennis over het correct aanbrengen en gebruik over te dragen. Dit vergt energie.”
En als er voldoende ruimte is om die energie erin te stoppen?
“Dan kan het zeker voor meer mannen een oplossing vormen dan nu het geval is. Maar dan moet er heel goed worden gekeken naar het totaalplaatje. Kan de patiënt hem zelf verwisselen of moet een mantelzorger of een zorgprofessional dit doen? Voor welke indicatie wordt hij ingezet? Het moet echt gaan om urineverlies, waarbij geen urine meer in de blaas mag achterblijven. Kortom: er komt nogal wat bij kijken.”
Dat verantwoordt direct het bestaan van een Nederlandse richtlijn voor externe katheters…
“Juist omdat hij niet vaak wordt ingezet is het belangrijk om deze kennis te verspreiden. Zowel over te volgen procedures als de soorten externe katheters die momenteel in de handel verkrijgbaar zijn. Een nevendoel van onze beroepsvereniging is om de externe katheter breder onder de aandacht te brengen, als een mogelijk uitstekende oplossing voor een specifieke patiëntengroep. Bijvoorbeeld revalidanten. De externe katheter wordt nog wel eens vergeten.”
In de bijlage van de richtlijn wordt ook het ‘plasdagboek’ beschreven. Wat is hiervan de toegevoegde waarde?
“Het plasdagboek is eigenlijk een hulpmiddel om in te zetten voordat producten zoals externe katheters in beeld komen. Het plasdagboek geeft uitsluitsel over wat mensen drinken en hoe groot het urineverlies daadwerkelijk is. Sommige mannen hebben de indruk dat zij liters urine verliezen. Vaak is dit een verkeerde perceptie, want iedere druppel is er één teveel. Met die gegevens, en alle andere factoren die van invloed zijn, ga je op zoek naar het juiste hulpmiddel. Door duidelijk inzicht te geven via het plasdagboek betrek je de patiënt actief bij het behandeltraject.”
Wat kan er fout gaan bij het gebruik van externe katheters?
“De patiënt kan huidletsel oplopen bij verkeerd gebruik: er kunnen bijvoorbeeld drukplekken ontstaan door plooien in het materiaal. Als hij te strak zit kunnen op de penis zwellingen ontstaan. En wanneer de urine niet goed weg kan lopen bestaat de kans op infectie. Anderzijds komt het vaak voor dat de externe katheter te snel terzijde wordt geschoven bij problemen, terwijl het wel degelijk een goede oplossing kan zijn. Hiervoor moet je goed weten hoe een product werkt, en hoe en wanneer je hem kunt inzetten. Voor de beste kans van slagen moet je er samen met de patiënt de tijd voor nemen.”
Wat heb je - met jouw ruime werkervaring in het ziekenhuis - zelf nog geleerd tijdens de vertaling en herziening van de richtlijn?
“In mijn vorige betrekking als continentieverpleegkundige in het ziekenhuis bracht ik de externe katheter aan, waarna de patiënt huiswaarts ging. Hierdoor miste ik een controlemoment. De richtlijn geeft aan dat je na drie uur moet kijken of alles naar tevredenheid verloopt. Zaken veranderen in die periode. De penis trekt bijvoorbeeld iets terug of komt iets opzetten, wat invloed heeft op het gebruikte materiaal. Ik had mijn patiënten na drie uur thuis kunnen bellen om mezelf op de hoogte te stellen van de situatie.”
Zou extra scholing een goede ontwikkeling zijn – in het verlengde van de beschikbare richtlijn?
“Dat denk ik wel.”
Wie zou deze scholing kunnen geven?
“Enerzijds de bedrijven die externe katheters op de markt brengen. Ook zouden tweedelijns zorgverleners die veel ervaring hebben met externe katheters eerstelijns zorgverleners kunnen opleiden voor juiste toepassing en gebruik. De toepassing is in de eerste en tweede lijn identiek, maar voor de verpleegkundige in de eerste lijn wel moeilijker te indiceren. Die kennis ligt vaak bij een gespecialiseerd verpleegkundige of een arts.”
Hoe zou een dergelijke training eruit moeten zien?
“Als een combinatie van theorie en praktijklessen. Het is voor thuiszorgmedewerkers of wijkverpleegkundigen van groot belang om in kleine groepen de praktische handelingen te kunnen oefenen op een fantoom. De beroepsvereniging V&VN afdeling Continentie Verpleegkundigen & Verzorgenden zou een aanspreekpunt kunnen vormen waar en wanneer dergelijke trainingen in de regio kunnen worden bijgewoond. Via een e-mailtje kan eenvoudig een koppeling tot stand worden gebracht.”
Wat vind je zelf het plezierigste aan het hebben van een Nederlandse richtlijn ‘Externe katheters bij volwassen mannen’?
“Dat alle informatie rondom de toepassing van externe katheters nu gebundeld beschikbaar is. Zowel indicaties als oplossingen voor mogelijke problemen staan erin vermeld. Het is niet meer zoeken naar de bekende speld in een hooiberg. Illustraties zorgen voor duidelijkheid en het goed aanbrengen staat beschreven in een stappenplan. En mocht je moeten afwijken van de gebruikelijke weg, dan kun je erin vinden welke alternatieven voorhanden zijn. Daarnaast motiveert de richtlijn om door te zetten in het streven naar de beste oplossing tegen urine-incontinentie. Het kan gemiddeld dan wel twee weken duren, maar dat is zeker de moeite waard wanneer je hiermee de optimale kwaliteit van leven kunt vinden voor jouw patiënt.”
De Nederlandse richtlijn externe katheters is te downloaden onder deze link.
Daarnaast zorgen diverse sponsoren voor een kosteloze verspreiding van gedrukte exemplaren onder leden van de V&VN afdelingen Urologie en Continentie Verpleegkundigen & Verzorgenden.