Helpt ontstekingsremmende spray bij huidreacties?

Zorgprofessional met neusspray
14 augustus 2022
CASUS - Mensen met diabetes kunnen grote problemen ervaren als hun huid reageert op de pleisters van glucosesensoren, insulinepods of infusiesets. Dermatoloog Ronald H. Houwing zet met succes ontstekingsremmende glucocorticoïdspray in bij mensen met een stoma die huidirritaties hebben. Werkt dit ook bij diabetespatiënten? En zo ja, wanneer is dit een geschikte therapie en hoe kan het ingezet worden? Lees het in deze casus.

Vorig jaar beschreven dermatoloog Ronald H. Houwing en stomaverpleegkundige Sandra Oosterlaar in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde een casus over een 65-jarige man met een peristomale dermatitis. Door deze huidirritatie hechtte de stomaplak niet goed. Hierdoor was de man al weken aan huis gekluisterd. De huid was nattend en jeukte. Zijn huisarts dacht aan een allergische reactie op de stomaplak of een schimmelinfectie. Omdat wisseling van stomamateriaal en lokale en orale antimycotica niet hielpen, verwees hij de patiënt naar de polikliniek Dermatologie van het Deventer Ziekenhuis. 

Irritatieve contactdermatitis

Toen de patiënt daar op het spreekuur kwam, zagen ze bij lichamelijk onderzoek een scherp begrensde, rode schilfering van de huid met vesikels. De huidafwijking beperkte zich tot de grenzen van de stomaplak en breidde zich distaal uit onder het zakje. Daarop stelden ze de diagnose ‘irritatieve contactdermatitis’. Na behandeling van de aangedane huid met een glucocorticoïd in de vorm van een spray verdwenen de afwijkingen snel en kon de patiënt weer op een goed hechtend, lekvrij stoma vertrouwen.

Wanneer verwijzen?

Net zoals de man uit de casus zijn mensen met diabetes onthand op het moment dat hun huid reageert op de pleisters van een diabeteshulpmiddel. Voor hun behandeling zijn ze afhankelijk van de insulinepomp, FGM of CGM. Er is dan ook veel aan gelegen een goede oplossing te vinden voor deze huidproblemen. Volgens dermatoloog Houwing is het inzetten van ontstekingsremmende neusspray op dit moment de beste optie. Maar wanneer is het zinvol om de patiënt naar de huisarts of specialist te verwijzen voor een ontstekingsremmende spray?

Herkenning en risicofactoren

Herkenning van de oorzaak van de huidafwijking is belangrijk om de juiste behandeling te kunnen geven. Vaak wordt gedacht dat de irritatie veroorzaakt wordt door een allergie of een bacteriële -, schimmel- of gistinfectie. Meestal is dit niet het geval. Deze vorm van aantasting van de huid is vaak het gevolg van een mechanische beschadiging die optreedt bij het verwijderen van de pleister. Dit wordt ook wel het ‘strippingeffect’ genoemd. Daarnaast kan ook het gewicht van de sensor, pod of pomp bijdragen aan de irritatie. Hierbij wordt de barrièrefunctie van de huid aangetast en er ontstaat eczeem, een zogenoemde irritatieve contactdermatitis. Dit kenmerkt zich meestal door roodheid onder de pleister, schilfering en soms vesikels met erosies. Vaak heeft de patiënt jeuk of pijn. Risicofactoren voor huidirritatie zijn een gevoelige en kwetsbare huid, zoals bij ouderen of patiënten met eczeem in de voorgeschiedenis.

Voorzichtig verwijderen van de pleisters

Sommige glucosesensoren gaan wel veertien dagen mee en hebben een flinke kleefkracht. Om het zogenoemde strippingeffect te voorkomen, is het belangrijk de pleisters met beleid te verwijderen. Heeft een patiënt contactdermatitis dan is het belangrijk dat hij of zij de juiste adviezen krijgt over huidzorg en vo orzichtige verwijdering van de FGM, CGM, pod of infusieset.

Behandeling van contactdermatiitis met een spray

Bij de behandeling van dermatitis met een glucocorticoïdspray is het belangrijk te kiezen voor de juiste basis. Door een zalf of crème zal het diabeteshulpmiddel niet meer hechten. Een lotion bevat alcohol en is pijnlijk op de aangedane huid. Een spray op waterbasis, zoals een neusspray, heeft al deze nadelen niet. De dermatitis komt al na twee dagen tot rust. Uiteraard is de oorzaak, het continu moeten dragen van een pleister op de huid, niet weggenomen. De kans is groot dat de dermatitis recidiveert. Dan is weer behandeling met de spray nodig. Bij intermitterend gebruik hoeft u niet te vrezen voor systemische of lokale bijwerkingen van de glucocorticoïd. Adviseer de patiënt het diabeteshulpmiddel iedere keer op een andere plek te bevestigen, zodat de aangedane huid tot rust kan komen. 

Hoe kunt u een allergie uitsluiten?

Bij een contactdermatitis wordt vaak gedacht aan een allergie voor de gebruikte diabeteshulpmiddelen. Een allergie is – in tegenstelling tot een irritatieve contactdermatitis – echter zeldzaam. Vermoedt u toch een allergie? U kunt dit testen door op de andere arm of andere zijde van de buik een FGM, CGM, pod of infusieset aan te brengen. Als na een week op deze plek geen dermatitis is ontstaan, is een contactallergie uitgesloten. Verder allergologisch
onderzoek is dan niet nodig. Om dit goed te kunnen beoordelen is het belangrijk dat de patiënt het hulpmiddel op de juiste wijze aanbrengt en verwijdert.

Conclusie

Bij mensen bij wie de huid reageert op het gebruik van een infusieset, FGM en CGM is als eerste aandacht gewenst voor de huidverzorging en een juiste wijze van aanbrengen en verwijderen van het hulpmiddel. Helpt dit onvoldoende, dan kan een mogelijke allergische reactie uitgesloten worden. Daarnaast is het belangrijk een mogelijke schimmel- of gistinfectie uit te sluiten. Vermoedt u dat de patiënt contactdermatitis of een bacteriële infectie heeft, dan kan dit eenvoudig en effectief behandeld kan worden met een glucocorticoïd in sprayvorm en is een verwijzing naar de huisarts of specialist zinvol.


Delen van deze casus verschenen eerder in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. 2020;164:D4911